Nee, helemaal tevreden is melkveehouder Chiel van Aaken op dit moment niet. Onder andere als gevolg van een blauwtongbesmetting is het rollend jaargemiddelde van zijn koeien ‘gezakt’ naar 12.750 kg melk met 4,15% vet en 3.50% eiwit. ‘We streven naar een jaarproductie van 1.000 kg vet en eiwit per koe. Er moet dus weer een schepje bovenop’, verklaart de ondernemer uit het Brabantse Vessem. Hij beheert er in een vof met zijn vrouw Ellen een melkveebedrijf met 330 koeien en 190 stuks jongvee. Het bedrijf heeft 40 hectare grond in gebruik. Met collega’s zijn afspraken gemaakt over de teelt van mais en de afzet van mest.
‘Fokkerij helpt ons voerkosten verlagen’
Voer zo efficiënt mogelijk omzetten in melk. Deze doelstelling staat centraal in de intensieve bedrijfsvoering van Chiel van Aaken. De veehouder werkt continu aan het optimaliseren van zijn bedrijfsvoering. En productie en voerefficiëntie zijn belangrijke kenmerken in zijn fokdoel.
Voerefficiëntie economisch kengetal
Van Aakens streven naar een hoge melkproductie per koe is bedrijfseconomisch onderbouwd. ‘Met een jaarproductie van circa 4 miljoen kg melk op 40 hectare grond is onze bedrijfsvoering zeer intensief. We moeten dus een groot deel van het voer aankopen. Hoogproductieve koeien zijn voor ons bedrijfssysteem het meest interessant omdat ze voer efficiënt omzetten in melk’, legt hij uit. Voerefficiëntie is voor Van Aaken dan ook een belangrijk economisch kengetal. ‘Als we op een gezonde manier 0,1 kg melk extra per kg voer kunnen produceren, levert dat op een jaarproductie van 4 miljoen kg melk veel extra rendement op.’
Om de vinger aan de pols te houden berekent de veehouder regelmatig de voerefficiëntie van zijn melkkoeien. Als deze voor de koppel rond de 1,6 kg melk per kg ds voer ligt is Van Aaken tevreden. ‘Een lagere voerefficiëntie is een signaal dat er ergens in de bedrijfsvoering iets mis gaat. Maar een veel hogere voerefficiëntie is ook niet gewenst. Dat gaat nu nog ten koste van de koeien’, is zijn ervaring.
Om gezond en efficiënt een hoge melkproductie te realiseren werkt Van Aaken continu aan het optimaliseren van zijn bedrijfsvoering. ‘Rob Jacobs is al vijftien jaar onze vaste voeradviseur. Hij is een belangrijke succesfactor’, benadrukt de veehouder. Daarnaast monitort hij de gezondheid en activiteit van zijn koeien continu met behulp van sensoren. En met intensieve vruchtbaarheidsbegeleiding door zijn dierenarts en specialisten van CRV weet de veehouder de tussenkalftijd rond de 390 dagen en het gemiddelde aantal lactatiedagen rond de 170 te houden. ‘Daarbij is de productie van de koeien sterk gestegen sinds we ze drie maal daags melken’, voegt hij nog toe.
Overtuigd van waarde fokkerij
Een fokkerijliefhebber is Van Aaken naar eigen zeggen niet. Maar de veehouder is er wel van overtuigd dat betere genetica hem gaat helpen om het bedrijfsresultaat verder te optimaliseren. ‘Voor de fokkerij vertrouwen we op onze fokkerijspecialist Roel van Heugten van CRV’, vertelt hij. Veehouder en adviseur hebben samen een plan uitgewerkt om maximaal gebruik te maken van de genetische potentie van de veestapel en de vooruitgang te versnellen. ‘We laten van alle vaarskalveren merkerfokwaarden bepalen’, vervolgt Van Aaken zijn verhaal. ‘Deze gebruiken we in eerste instantie om de kalveren waarvan de fokwaarden echt tegenvallen uit te selecteren.’
Merkerfokwaarden vormen ook de basis voor de adviezen van het StierAdviesProgramma (SAP). Het SAP maakt de paringen en berekent welke pinken het hoogst scoren op het bedrijfseigen fokdoel. ‘Uit de beste 60 procent van de pinken proberen we zo veel mogelijk vaarskalfjes te fokken door deze te laten insemineren met SiryX-sperma. Op circa 30 procent van de pinken gebruiken we conventioneel holsteinsperma en de minste 5 procent insemineren we met sperma van een Angusstier’, vertelt Van Aaken. Ook een groot deel van de koeien wordt uitgesloten voor de fokkerij door deze te insemineren met Belgisch witblauwsperma voor de gebruikskruising.
Voerefficiëntie onderdeel van fokdoel
In het bedrijfseigen fokdoel dat veehouder en fokkerijspecialist samen hebben ingesteld in het SAP is productie voor 50 procent ingewogen en tellen exterieur en gezondheid voor respectievelijk 35 en 15 procent mee. ‘We willen vooruitgang boeken op productie maar geen extreme koeien fokken. De dieren moeten in balans zijn om de hoge productie probleemloos aan te kunnen’, benadrukt Van Aaken.
Sinds drie jaar is voerefficiëntie als een van de productiekenmerken opgenomen in het fokdoel. Dit betekent dat het SAP bij het maken van selecties en paringen ook de fokwaarde voerefficiëntie van pinken en koeien meeweegt. ‘Daarnaast selecteren we in het stierenaanbod vrij streng op productie en voerefficiëntie’, voegt Van Aaken toe.
‘Als we voerefficiëntie consequent mee blijven nemen in de fokkerij, halen we over tien jaar echt meer melk uit hetzelfde voer. Met behoud van de gezondheid van de koeien.’
Vooruitgang duidelijk zichtbaar
Op de actuele inseminatielijst van vof Van Aaken staan uitsluitend FeedExcel-stieren (zie kader) zoals Boyan (111 voerefficiëntie, +19% CRV Efficiëntie), Tigerwoods (107 voerefficiëntie, +18% CRV Efficiëntie), Universe P Rf (110 voerefficiëntie, +18% CRV Efficiëntie), Statement RF (109 voerefficiëntie, +15% CRV Efficiëntie), Glory (voerefficiëntie 107, CRV Efficiëntie +15%), Activator (voerefficiëntie 108, CRV Efficiëntie +16%) en Header P RF (voerefficiëntie 109, CRV Efficiëntie +15%).
Via de applicatie CRV Fokkerij houdt Van Aaken zicht op de genetische vooruitgang in de veestapel. ‘Zo kunnen we mooi de ontwikkeling zien in de genetische aanleg voor voerefficiëntie’, vertelt hij. ‘Drie jaar geleden zat daar nog geen vooruitgang in. Maar we zien een duidelijk stijgende lijn sinds we dit kenmerk hebben opgenomen in ons fokdoel en meenemen bij de stierkeuze’, vertelt de veehouder. ‘Als deze stijgende lijn doorzet gaan we dat zeker terugzien in de resultaten. Als we voerefficiëntie consequent mee blijven nemen in de fokkerij, halen we over tien jaar echt meer melk uit hetzelfde voer. Met behoud van de gezondheid van de koeien.’