Op veel melkveebedrijven is vruchtbaarheid een van de belangrijkste redenen voor de afvoer van koeien. Bovendien is een goede vruchtbaarheid een voorwaarde voor een efficiënte melkproductie. Ondanks de lage erfelijkheidsgraad is het wel degelijk zinvol om vruchtbaarheid mee te nemen in het fokbeleid, aldus René Bos. ‘Veehouders zien best grote verschillen in vruchtbaarheid tussen dochters van stieren en bepaalde koefamilies’, merkt hij. ‘Omdat de omstandigheden voor alle dieren op een bedrijf gelijk zijn, kan het niet anders dan dat deze verschillen genetisch zijn bepaald.’
Sinds vruchtbaarheid is opgenomen in de NVI zien we een daling in de tussenkalftijd bij de Holsteins. Rond de eeuwwisseling lag die voor zwartbonte Holsteins nog rond de 415 dagen. De koeien die zijn geboren in 2015, realiseren nu een tussenkalftijd van ruim onder de 400 dagen.