Doelmatig fokken op dochtervruchtbaarheid

Categorie: Vruchtbaarheid
Doelmatig fokken op dochtervruchtbaarheid

‘Een vruchtbare koe wordt drachtig op het moment dat jij dat wil.’ Met deze woorden onderstreept specialist veestapelmanagement Gert Jan van den Bosch het belang van vruchtbaarheid voor iedere veehouder. Fokken op dochtervruchtbaarheid leidt in de praktijk tot zichtbare resultaten.

Op veel melkveebedrijven is vruchtbaarheid een van de belangrijkste redenen voor de afvoer van koeien. Bovendien is een goede vruchtbaarheid een voorwaarde voor een efficiënte melkproductie. Het kenmerk heeft een lage erfelijkheidsgraad. Maar het is volgens Gert Jan van den Bosch, specialist veestapelmanagement bij CRV, wel degelijk zinvol om vruchtbaarheid mee te nemen in het fokbeleid. ‘Veehouders zien best grote verschillen in vruchtbaarheid tussen dochters van stieren en bepaalde koefamilies’, merkt hij. ‘Omdat de omstandigheden voor alle dieren op een bedrijf gelijk zijn, kan het niet anders dan dat deze verschillen genetisch zijn bepaald.’

Dat consequent fokken op vruchtbaarheid effect heeft, blijkt uit statistieken van Coöperatie CRV over de afgelopen twintig jaar. Sinds vruchtbaarheid is opgenomen in de NVI verbetert niet alleen de genetische aanleg in de populatie, maar daalt ook de tussenkalftijd in de praktijk. Rond de eeuwwisseling lag die voor zwartbonte holsteins nog rond de 415 dagen. De koeien die zijn geboren in 2015, realiseren nu een tussenkalftijd van ruim onder de 400 dagen.

Drachtig wanneer de veehouder wil

Van den Bosch ervaart dat veehouders verschillend denken over het belang van een kenmerk als tussenkalftijd. ‘Maar of je nu streeft naar een tussenkalftijd van 380 of 420 dagen, je wilt niet dat koeien worden afgevoerd vanwege vruchtbaarheid. Of dat ze veel inseminaties nodig hebben voordat ze drachtig zijn. En altijd wil je voorkomen dat een deel van de koeien te ver uitloopt. Want juist deze koeien hebben veel invloed op de efficiëntie van de melkproductie, zeker als ze niet zo persistent zijn’, legt hij uit. ‘Een vruchtbare koe is een koe die drachtig wordt op het moment dat jij dat als veehouder wil. Of dat nu is op 50 dagen na afkalven of op 120 dagen.’

CRV beschikt over grote hoeveelheden vruchtbaarheidsdata en berekent hiermee fokwaarden voor vruchtbaarheidskenmerken. Denk aan tussenkalftijd, interval eerste-laatste inseminatie, interval afkalven-eerste inseminatie, non-returnpercentage en drachtpercentage.

Fokwaarde 104: 7 dagen kortere tussenkalftijd

Fokken op dochtervruchtbaarheid resulteert direct in betere vruchtbaarheidsresultaten. Dochters van een stier met een fokwaarde van 104 voor dochtervruchtbaarheid hebben gemiddeld een 7 dagen kortere tussenkalftijd dan dochters van een stier met een fokwaarde van 100. Daarnaast realiseren ze een 3 procent hoger non-returnpercentage. Dat betekent dat er minder rietjes nodig zijn per dracht.

Verzamelenfokwaarde dochtervruchtbaarheid

Fokwaarden worden gecombineerd in de verzamelfokwaarde dochtervruchtbaarheid. ‘Als je dit kenmerk meeneemt in de stierkeuze, zie je dat echt terug in de vruchtbaarheidscijfers’, legt Van den Bosch uit. ‘Dochters van een stier met een fokwaarde van 104 voor dochtervruchtbaarheid hebben gemiddeld een zeven dagen kortere tussenkalftijd dan dochters van een stier met een fokwaarde 100. Ook realiseren ze een 3 procent hoger non-returnpercentage, wat betekent dat minder rietjes nodig zijn per dracht.’ Het is volgens de specialist veestapelmanagement heel goed mogelijk om te fokken op vruchtbaarheid, zonder toe te geven op andere belangrijke kenmerken.

‘In het stierenaanbod zijn nauwelijks stieren te vinden met een fokwaarde onder de 100 voor dochtervruchtbaarheid. En allround toppers als Delta Nippon P bij zwartbont en Delta Fond PP bij roodbont scoren 109. De roodbonte Delta Magnifier komt zelfs uit op 110, wat in de praktijk een 18 dagen kortere tussenkalftijd en een 8 procent gunstiger non return betekent’, geeft hij aan.

Selecteer vruchtbaarheid in de webshop

In de webshop van CRV kunt u zelf de stieren met de hoogste fokwaarde voor dochtervruchtbaarheid selecteren.
> Ga hier naar ons aanbod
> selecteer een ras
> klik in het linkermenu op fokwaarden en vervolgens op nieuw filter
> selecteer vruchtbaarheid en verschuif het linker bolletje in het balkje naar rechts
> klik op OK
De stieren die aan uw wensen voldoen, worden automatisch geselecteerd.

Genetisch verankeren

De fokwaarde dochtervruchtbaarheid is een van de drie bouwstenen van de index CRV Gezondheid. ‘Stieren die hierop goed scoren, staan voor dochters die probleemloos produceren dankzij weinig klauwproblemen, een goede uiergezondheid en een goede vruchtbaarheid. En dat is toch wat uiteindelijk iedere veehouder wil’, weet Van den Bosch. ‘Juist een kenmerk met een relatief lage erfelijkheidsgraad, zoals vruchtbaarheid, verdient consequent aandacht in het fokdoel. Dat geldt niet alleen voor de stierkeuze, maar ook voor de selectie van de pinken en koeien die je inzet voor de fokkerij. Fokken op Maat en het StierAdviesProgramma kunnen hierbij ondersteunen. Zo veranker je een goede vruchtbaarheid genetisch in je veestapel en verbeter je stapje voor stapje de gezondheid en efficiëntie van je veestapel.’

De ene stier bevrucht beter dan de andere

Behalve indirect, via de vruchtbaarheid van dochters, heeft een stier natuurlijk ook direct invloed op de vruchtbaarheidsresultaten. Het sperma van de ene stier bevrucht beter dan het sperma van de andere stier. Om hier inzicht in te krijgen houdt CRV van iedere stier nauwkeurig het non-returnpercentage na 56 dagen bij. Dat wil zeggen: het percentage koeien en pinken dat met het sperma van een stier is geïnsemineerd dat na 56 dagen nog drachtig is. Hierbij wordt gecorrigeerd voor andere factoren die de kans op bevruchting kunnen beïnvloeden, zoals seizoen en het aandeel pinken. De non-returncijfers van verschillende stieren zijn dan ook direct met elkaar vergelijkbaar. Stieren die ondermaats scoren voor bevruchting, neemt CRV niet op in het aanbod.

Als van minimaal 1000 inseminaties van een stier de bevruchtingsresultaten bekend zijn, wordt dit gepubliceerd op de stierenkaart en in de webshop. Hierbij wordt bevruchting weergegeven ten opzichte van het gemiddelde. Een stier met een bevruchting van +3 realiseert bijvoorbeeld een 3 procent hoger non-returnpercentage. De allerbeste bevruchters (met +4 of hoger voor bevruchting) krijgen het predicaat BullsEye. Met het gebruik van BullsEye-stieren kan de kans op dracht dus aanzienlijk worden vergroot.

Een selectie van BullsEye-stieren van verschillende rassen is hier te vinden in de webshop.