Oorbiopten maken merkeronderzoek makkelijk

Oorbiopten maken merkeronderzoek makkelijk

Als Tom van den Breemer een vaarskalf oormerkt, neemt hij in één moeite door een oorbiopt voor merkeronderzoek. ‘Dat monster sturen we op en een paar weken later is de merkerfokwaarde van het kalf automatisch bekend.’

Melkveehouder Tom van den Breemer vond het trekken van haarmonsters voor merkeronderzoek altijd best een gepruts. ‘Je moest het kalf vangen, met een tang haren uit het oor trekken en die dan in een zakje prutsen … Het schoot er nog weleens bij in’, bekent hij. ‘Dan kwamen we erachter dat er nog een kalf liep van een paar maanden oud waarvan nog geen merkerfokwaarde bekend was. In de opfok van zo’n kalf hadden we dan al zoveel geld gestoken dat we het maar aanhielden, ook als de merkerfokwaarde tegenviel.’

Sinds hij gebruikmaakt van oorbiopten als DNA-monster, is een kalf over het hoofd zien niet meer aan de orde. ‘Het werkt heel gemakkelijk. We knippen de oormerken in met een tang die ook direct een oorbiopt in een buisje neemt. Dat buisje doen we op de post en een paar weken later is de merkerfokwaarde automatisch bekend’, legt hij uit. ‘Simpeler kan niet. Zodra het kalf is geoormerkt, is het monster voor merkeronderzoek genomen.’

Tom van den Breemer: ‘Werken met oorbiopten is heel gemakkelijk: zodra het kalf geoormerkt is, hebben we een monster voor
merkeronderzoek’

Selectie op basis van data

Samen met zijn vader Arnold en broer Bas beheert Tom vof De Breematen, een melkveebedrijf met twee locaties. Tom melkt in Soest 180 koeien drie keer daags in een carrouselmelkstal, zijn broer heeft in Eemnes een bedrijf met 110 melkkoeien en twee robots onder zijn hoede. De 150 stuks jongvee worden opgefokt op het bedrijf in Soest. De melkveestapel tekent voor een rollend jaargemiddelde van 11.300 kg melk met 4,53% vet en 3,52% eiwit.

Merkeronderzoek is voor De Breematen al jaren een vast onderdeel van de bedrijfsvoering. ‘Mijn vader is ermee begonnen toen we minder jongvee wilden gaan aanhouden. Met merkerfokwaarden kunnen we selecteren op basis van data. Dat is bij ons een stuk betrouwbaarder gebleken dan selecteren op basis van afstamming en gevoel’, legt Tom uit.

Tom van den Breemer: ‘We doen al jaren merkeronderzoek. Kalveren met tegenvallende fokwaarden hebben we steeds minder’

Steeds minder tegenvallers

Nog steeds gebruiken vader en zoons Van den Breemer merkerfokwaarden als hulpmiddel om de minst interessante kalveren uit te selecteren. Waardevoller nog vinden ze de inzet van merkerfokwaarden bij het maken van paringen. ‘We gebruiken het StierAdviesProgramma (SAP) en proberen zo veel mogelijk vooraf te selecteren. De twintig procent beste pinken en de allerbeste vaarzen insemineren we met gesekst sperma. Op een groot deel van de koeien gaat een Belgisch blauwe’, legt Tom uit.

Het SAP werkt automatisch met merkerfokwaarden. ‘Daarmee hebben we ook van jonge dieren al heel veel informatie en kunnen we veel betere paringen maken. Dat werkt’, stelt de veehouder vast. ‘Kalveren met tegenvallende merkerfokwaarden hebben we de laatste jaren steeds minder.’

Merk het genetisch verschil met merkeronderzoek

Van een jong kalfje een fokwaarde bepalen met dezelfde betrouwbaarheid als die van een derdekalfskoe? Het kan met merkeronderzoek van CRV. Een merkertest geeft met een betrouwbaarheid van 75 tot 80 procent inzicht in de genetische aanleg voor meer dan 50 kenmerken op het gebied van melkproductie, gezondheid, exterieur en voerefficiëntie. Daarnaast krijgt u met merkeronderzoek informatie over specifieke genetische kenmerken zoals roodfactor, hoornloosheid, bètacaseïne (A2A2) en kappacaseïne.

Bent u nieuwsgierig naar wat merkeronderzoek voor uw bedrijfsvoering kan beteken? Vraag ernaar bij uw fokkerijspecialist of bel met de CRV-klantenservice: 088 - 00 24 440.