Minder uitval en kortere tussenkalftijd met laatstekansembryo’s

Minder uitval en kortere tussenkalftijd met laatstekansembryo’s

Koeien die wel goed cyclisch zijn maar niet drachtig worden na meerdere keren insemineren, worden in meer dan de helft van de gevallen wel drachtig na het transplanteren van een embryo. De inzet van laatstekansembryo’s beperkt de uitval vanwege vruchtbaarheid en voorkomt dat tussenkalftijden extreem ver oplopen.

Ianthe Moens, dierenarts bij CRV, heeft de cijfers nog eens nagekeken. Afgelopen jaar werden enkele duizenden laatstekansembryo’s getransplanteerd bij koeien die na meerdere keren insemineren niet drachtig werden. Ruim de helft van deze koeien was 56 dagen na het transplanteren van een embryo wel drachtig.
‘De inzet van laatstekansembryo’s bewijst zich als een succesvolle strategie om uitval vanwege vruchtbaarheidsproblemen te voorkomen’, concludeert Ianthe. ‘Als koeien goed cyclisch zijn, maar na meerdere keren insemineren toch niet drachtig, kan dat te wijten zijn aan een slechte eicelkwaliteit. Door bij deze koeien een embryo in te zetten, sluit je deze oorzaak voor een slechte vruchtbaarheid uit’, verklaart ze. ‘Iedere koe krijgt na afkalven te maken met een negatieve energiebalans en gaat lichaamsreserves aanspreken. Hierbij komen vetzuren vrij die negatief zijn voor de eicelkwaliteit, waardoor de kans op bevruchting afneemt’, legt de dierenarts uit. ‘Met een laatstekansembryo sluit je een slechte eicelkwaliteit uit als oorzaak van een slechte vruchtbaarheid.’

Investering met goed rendement

De inzet van laatstekansembryo’s is volgens Ianthe een goede investering. ‘Als we uitgaan van vijftig procent kans op dracht, zijn gemiddeld twee transplantaties nodig om een koe drachtig te krijgen. Als je daarmee afvoer van een koe voorkomt, hoef je een vaars minder op te fokken’, legt ze uit.
Economen van Wageningen UR begroten de actuele kosten voor de opfok van een vaars op ruim 2600 euro (inclusief eigen arbeid). ‘Daar komt nog bij dat bij verlaging van het vervangingspercentage de gemiddelde leeftijd van de veestapel stijgt en daarmee de hoogte en de efficiëntie van de melkproductie.’ Ianthe adviseert veehouders niet te lang door te gaan met insemineren en tijdig – bij voorkeur vóór tweehonderd dagen in lactatie – voor een embryo te kiezen. ‘Zo kun je met laatstekansembryo’s ook extreem lange tussenkalftijden en vervetting aan het einde van de lactatie voorkomen’, voegt ze nog toe. De ki- en et-specialist kent veehouders die hiervoor een vast protocol volgen. Bijvoorbeeld door bij koeien die goed cyclisch zijn maar na vijf inseminaties toch weer terugkomen, standaard te kiezen voor een laatstekansembryo.

Aankopen of zelf spoelen

Veehouders kunnen laatstekansembryo’s aankopen bij CRV. ‘We hebben embryo’s op voorraad van zwartbonte en van roodbonte holsteins, maar ook embryo’s met een Belgischwitblauwstier als vader’, vertelt Ianthe. ‘Omdat laatstekansembryo’s worden geproduceerd om koeien drachtig te maken, wordt niet geselecteerd op genetische aanleg. Daarom kiezen veel veehouders ervoor ook de vaarskalveren uit deze embryo’s te verkopen. Een Belgisch-witblauwkruislingkalf levert bij verkoop natuurlijk meer op dan een zuiver holsteinkalf’, legt ze uit.
Veehouders kunnen er ook voor kiezen om embryo’s door CRV te laten winnen op hun eigen bedrijf. ‘Door een topkoe te laten spoelen en de embryo’s in eigen vat op te slaan, snijdt het mes aan twee kanten’, vertelt Ianthe. ‘De veehouder heeft eigen embryo’s op voorraad en realiseert een hogere genetische vooruitgang via extra nakomelingen uit zijn beste dieren, zeker als de donor wordt geïnsemineerd met SiryX-sperma, waardoor de kans op een vaarskalf stijgt tot 90 procent.’

Erik van der Plaat: ‘Ideale ontvangster is regelmatig tochtig en goed in conditie’

Met ruim dertig jaar praktijkervaring weet Erik van der Plaat als geen ander wat er nodig is om van embryotransplantatie een succes te maken. ‘De ideale ontvangsters voor laatstekansembryo’s zijn gezond, goed in conditie en regelmatig tochtig; koeien dus waar niets aan mankeert, behalve dat ze niet drachtig worden na insemineren’, vertelt hij.
Embryo’s worden ingezet op dag zeven van de vruchtbaarheidscyclus, dat wil zeggen zeven dagen na de tocht. Het is volgens Erik belangrijk dat de koe goed tochtig is geweest, omdat dan een goed geel lichaam wordt aangemaakt. Dit gele lichaam produceert het hormoon dat het baarmoederslijmvlies voorbereidt op het innestelen van een embryo. ‘Zonder goed geel lichaam is de kans op dracht klein en daarom checken we dit altijd voordat we het embryo plaatsen’, legt hij uit. ‘Ook donoren moeten in de eerste plaats gezond en goed cyclisch zijn. Daarbij is de kans op een succesvolle spoeling groter als de koe over de piek van de lactatie is en de dip in haar conditie te boven’, vertelt Erik. Ook de stier waarmee de donor wordt geïnsemineerd, heeft volgens de et-specialist invloed op het succes van de spoeling. ‘Wij adviseren veehouders voor spoelingen de beste bevruchters te gebruiken, zeker als wordt gekozen voor SiryX-sperma.’

Ontvangsters melden in CRV Dier

Gebruikers van CRV Dier kunnen nu via de app eenvoudig ontvangsters voor embryo’s melden. Deze functie is beschikbaar in CRV Dier en de gratis versie CRV Dier Basis. U vindt deze nieuwe functie onder het kopje Invoer/Ontvangster ET. Veehouders met een Elite-contract kunnen via deze functie Eliteorders plaatsen en er kunnen ontvangsters voor laatstekansembryo’s worden aangemeld. Hierbij kunt u ook een embryo bij CRV bestellen of aangeven dat u een embryo uit uw eigen vat wilt laten transplanteren. De nieuwe functie in CRV Dier vervangt het aanmeldformulier op de website. Dit zal binnenkort vervallen. Hier vindt u een instructiefilmpje

Meer informatie over laatstekansembryo's