Gerhard en Edith Berger namen in 2001 de bergboerderij, met 30 melkkoeien in aanbindstallen, van hun ouders over. Sindsdien hebben ze het bedrijf voortdurend uitgebreid. Tegenwoordig worden er ongeveer 260 fleckviehkoeien gehuisvest in een moderne ligboxenstal met diepstrooiselboxen en roostervloeren.
‘Mensen zijn verbaasd dat wij, als bergbedrijf met 260 koeien, zo winstgevend zijn!’
De boerderij van de familie Berger ligt vlak bij Siegsdorf, idyllisch gelegen in de Beierse Alpen, met uitzicht op de omliggende bergen. Het nabijgelegen bedevaartsoord Maria Eck trekt pelgrims en wandelaars van over de hele wereld, maar de pittoreske ligging brengt ook uitdagingen met zich mee. Toch is de Duitse bergboerderij, met uitsluitend blijvend grasland voor 260 koeien, nog steeds succesvol.
Tijdsbesparing met caroussel
De veestapel heeft een gemiddelde melkproductie van 12.244 kg met 4,09% vet en 3,62% eiwit. Gerhard Berger is bijzonder trots op zijn koeien die de mijlpaal van 100.000 kg melk hebben behaald. Daar heeft hij er vijf van in zijn stal.
In 2024 stapten de veehouders over van een 2 x 7-melkstal naar een 40-stands buitenmelker van GEA. Door deze werkbesparende maatregel halveerde de melktijd. Een grote wachtruimte met een automatisch opdrijfhek minimaliseert de stress voor de dieren en zorgt voor een soepele doorstroom bij het melken.
Het graslandbeheer is uitdagend. Het bedrijf bezit slechts 17 hectare permanent grasland en 170 hectare gepacht grasland. ‘Maar ik moet nog steeds regelmatig bijvoeren’, zegt Gerhard. ‘In de winter krijgen de dieren kuilgras, hooi, bierbostel, perspulp en krachtvoer. In de zomer krijgen de koeien ook vers gras.’
Vrouwelijke nakomelingen standaard getypeerd
Vier jaar geleden werd eindelijk een nieuwe kalverstal gebouwd. De kalveren brengen hun eerste vier levensweken door in een van de dertig individuele hokken, met constante toegang tot water en hooi, en gaan daarna naar groepshokken met diepstrooisel. Ze krijgen ook twee keer per dag een mengsel van kunstmelk en volle melk via een melktaxi.
Gemiddeld worden er dertig kalveren per maand geboren en de vrouwelijke nakomelingen worden standaard getypeerd via het G&R-programma (Duits fokprogramma). ‘Hierdoor krijgen we korting op de merkertesten’, legt Gerhard uit. ‘Als voorwaarde voor korting moeten we gezondheidsgegevens aanleveren en minimaal 70 procent genoomstieren jonger dan 30 maanden gebruiken. Dit is voor ons geen probleem, omdat we 100 procent jonge stieren gebruiken.’
Hoge fokwaarden door goede paringen
Zo heeft Gerhard momenteel 21 kalveren met een GZW (Gesamtzuchtwerte, Duitse fleckviehindex) van 130 tot 144 in de kalverstal. Met zulke goede indexen is het voor hem moeilijk om afstand te doen van de vaarskalfjes. Maar hij besteedt niet zoveel aandacht aan selectie, omdat het merendeel van de nakomelingen op het bedrijf blijven. Het kleine aantal dat het bedrijf verlaat, wordt geveild via de Traunsteiner fokvereniging of rechtstreeks aan handelaren verkocht.
De hoge fokwaarden zijn het resultaat van goede paringen. Hiervoor gebruikt hij het StierAdviesProgramma, dat ook inteelt en genetische defecten voorkomt.
CRV-paringsadviseur Florian Scheck bezoekt het bedrijf van de familie Berger meerdere keren per jaar en classificeert de dieren. Het programma geeft vervolgens drie paringssuggesties voor elk dier.
Vóór elke inseminatie bespreekt Gerhard Berger het paringsadvies en de tochtige koeien met CRV-inseminator Simon Willberger. ‘Naast de uitstekende non-returnpercentages waardeer ik ook zijn deskundigheid en vriendelijke manier van omgaan met de dieren’, geeft Gerhard aan. ‘Ik heb toen wel mijn EBB-licentie gehaald voor dhz-ki, maar zolang we zo'n goede inseminatieservice hebben, blijven we met CRV insemineren’
Geen betere baan dan in de landbouw
Toen Gerhard Berger dit jaar een schouderblessure had opgelopen en langere tijd uit de roulatie was, namen zijn zonen het werk op het bedrijf over. Naast de familie heeft het bedrijf één fulltime werknemer en meerdere oproepkrachten.
Gerhard ziet wel dat het steeds moeilijker wordt om geschikte vakmensen te vinden en dat veel jongeren, zoals de vrienden van zijn kinderen, meer interesse hebben in andere sectoren. Hij is er des te trotser op dat zijn zonen van plan zijn het bedrijf later over te nemen: de oudste studeert landbouwkunde, de jongste zoon werkt nu een jaar thuis na zijn middelbare school en gaat daarna ook landbouwkunde studeren.
Gerhard hoopt dat in de toekomst meer mensen geïnteresseerd raken in de landbouw. In zijn ogen bestaat er geen betere baan dan in de landbouw. ‘Je bent buiten, werkt met dieren en tractoren en geen twee werkdagen zijn hetzelfde’, geeft hij aan. ‘En boeren biedt de mogelijkheid om gezin en carrière op een bijzondere manier te combineren. Zo herinner ik me de honderdtonner Toska, waar zelfs alledrie mijn kinderen op mochten rijden.’
