Martijn Hesselmans gaat snel in genetica vooruit met gesekst sperma

‘Vijftien jaar geleden hebben we een nieuwe stal gebouwd, die wilden we graag vol zetten met ons beste vee. Daarom zijn we begonnen met SiryX’, vertelt Martijn Hesselmans (36) uit Hilvarenbeek. Met hulp van zijn vader Gerard houdt Martijn 70 stuks jongvee en 115 melkkoeien met een rollend jaargemiddelde van 10.600 liter melk met 4,70% vet en 3,75% eiwit.

De gehalten laten het al zien: Martijn kijkt bij stierkeuze eerst naar gehaltevererving. Verder is SAP, StierAdviesProgramma, leidend, waarbij de verdeling ligt op 50% exterieur, 25% productie en 25% gezondheid. ‘Ik ben niet iemand die elk koe aankijkt en daar een stier bij zoekt. Ik kijk in de CRV-apps waarmee ik ze volgens SAP moet insemineren.’ In het vat zitten onder andere gesekste rietjes van Perfect, Statement, Boyan, Ted Talk PP-Red, Header P rf en Keystone.

‘Als je radicale keuzes maakt, kun je grote stappen zetten’, vindt Martijn, die op 90 procent van het jongvee gesekst sperma gebruikt. Na twee inseminaties en bij de 10 procent pinken met de laagste fokwaarde zet hij traditioneel holsteinsperma in. Bij de melkkoeien insemineert Martijn de 20 procent beste dieren met gesekst sperma. ‘Ook hierin volg ik SAP, dat op basis van NVI, fokwaarden en gerealiseerde productie de beste dieren kiest’, legt Martijn uit.

Als een koe na twee inseminaties niet drachtig is, stapt Martijn over op Belgisch-witblauwsperma, dat hij ook voor de andere 80 procent van de veestapel gebruikt. ‘Toen we in 2011 begonnen met SiryX, lag mijn NVI 39 punten boven het landelijk gemiddelde. Nu ligt de NVI van mijn melkkoeien 101 punten boven het landelijk gemiddelde. De melkproductie is redelijk hetzelfde, maar de gehalten zijn met 0,50% vet en 0,20% eiwit toegenomen’, deelt Martijn enthousiast.

‘Zelfs bij lage kalverprijzen was mijn kalveropbrengst een stuk hoger dan gemiddeld, omdat ik meer Belgisch blauw gebruik’, merkt Martijn, die ook nog parttime financieel adviseur is. ‘Ik twijfel er dus niet over of gesekst sperma financieel wel uit kan.’ In de praktijk ziet Martijn dat hij op de beloofde 90 procent vaarskalveren uitkomt.

Ook over de bevruchting is hij goed te spreken. ‘Ik heb vertrouwen in de techniek. Bij vruchtbaarheid kijk ik veel meer naar waar ik zelf invloed op heb, zoals droogstand en de opstart van verse koeien.’ Martijn gebruikt de online tool CRV Fokkerij om te zien of hij de gewenste 35 vaarskalveren voor dat jaar haalt. ‘Nu de vruchtbaarheid slechter is door blauwtong, blijft het wel opletten dat je genoeg vaarskalveren houdt, omdat koeien vaker terugkomen en je op termijn dus minder gesekst sperma gebruikt.’

Daarnaast neemt Martijn van elk kalf een haarmonster. ‘Als ik ruim in het jongvee zit, gaat een kalf met een tegenvallende uitslag weg. Zit ik wat krapper en is de voorspelling voor een vaarskalf uit een reguliere holsteinstier goed, dan houd ik zo’n kalf gerust toch aan.’

De Froukjes zijn een mooi voorbeeld van de snelle genetische vooruitgang die Martijn boekt. ‘We hebben in 2011 ook een paar embryo’s gekocht, waaruit Froukje is geboren. Zij heeft hier zes lactaties volgemaakt, is zes keer met gesekst sperma geïnsemineerd en heeft zes vaarskalveren gekregen. Inmiddels hebben we in veertien jaar tijd 45 vrouwelijke nakomelingen uit deze nieuwe Froukjefamilie. Dat geeft wel echt de bevestiging dat je met gesekst sperma sneller voor vrouwelijk nageslacht zorgt’, vertelt Martijn. Dus is het tijd voor een uitbreiding in gesekst sperma: de eerste tien koeien zijn geïnsemineerd met gesekst mannelijk Belgisch-witblauwsperma.