Extra’s in frame door Amerikaanse stieren

Gerben Nijhof uit Schuinesloot bij kalveren van Parker
Gerben Nijhof uit Schuinesloot bij kalveren van Parker

Hedendaagse holsteinstieren uit Noord-Amerika hebben nogal eens het stempel dat ze groot en smal fokken en daardoor minder geschikt zijn voor in de Lage Landen. ‘Onterecht’, zo stelt melkveehouder Gerben Nijhof. ‘Natuurlijk zijn die stieren er, maar wij gebruiken Amerikaanse stieren om af en toe wat extra’s in frame toe te kunnen voegen. Amerikaanse stieren geven gewoon net wat meer frame en openheid. Wanneer ze dat dan combineren met veel balans, een goede koefamilie, beste uiers en een goede productie, dan maken ze kans om hier ingezet te worden.’ Een goed voorbeeld daarvan de Amerikaans gefokte CRV-stier Fustsyn Parker.

Inkruisen met Amerikanen

Nijhof heeft in maatschap met zijn ouders 180 koeien en bijbehorend jongvee in het Overijsselse Schuinesloot. Liefhebberij in fokkerij zorgen ervoor dat Gerben Nijhof zich bovengemiddeld in fokkerij interesseert en ook een liefhebber is van wat extra frame in koeien. ‘Maar dat is echt wat anders dan grote, smalle koeien, want daar heb ik een hekel aan. Ook hier moeten we gewoon met melkproductie ons geld verdienen. Maar ik zie wel graag een fraaie koe, die vervolgens veel en probleemloos produceert. Gekscherende weg zeg ik wel eens dat wij inkruisen met Amerikanen.’

Nijhof neemt deel aan SAP en aan Advies achter de koe en bediscussieerd alle combinaties met de CRV-paringsadviseur. Bij de stierselectie heeft Nijhof een voorkeur voor dochtergeteste stieren, maar ook genoomstieren gebruikt hij regelmatig, mits er maar een goede koefamilie voor zit. Het merendeel van de rietjes zijn afkomstig van CRV.

Quote Melkveehouder Gerben Nijhof uit Schuinresloot: ‘De Parkerkalveren springen er in alle hokken duidelijk uit’

Parker opnieuw gebruikt

De melkveehouder gebruikte vanuit het Amerikaanse fokprogramma van CRV als eerste de stier Peak Hotline. ‘Zijn dochters hebben fraaie frames, maar zijn wel wat groot. Dat zoek ik bewust niet en zo ben ik onder andere bij Parker uitgekomen. Er zit een goede koefamilie achter, de skeletbouw is in balans en melk en gehalten zijn beiden aanwezig. Ik ben zelf speciaal lid geworden van het Create-programma om de stier al vroeg te kunnen gebruiken.’ In totaal heeft Nijhof zeker wel vijftig rietjes, deels gesekst, van de Parfectzoon gebruikt. De eerste kalveren zijn inmiddels geboren en daar is de veehouder enthousiast over. ‘Ze springen er in alle hokken duidelijk uit. De kalveren zijn lang, breed, hebben diepe ribben en goede benen en zijn net iets luxer dan de rest.’ De eerste kalveren waren voor Nijhof reden de stier nogmaals te gebruiken. ‘Ik verwacht dat ze uitgroeien tot ruime, open gebouwde koeien met een goede balans die gemakkelijk melk geven. Als de huidige genoomfokwaarden van de stier uitkomen verwacht ik dat we de stier later opnieuw gaan gebruiken, maar we wachten nu eerst even af.’

Vergelijken op Amerikaanse basis

Om een goed beeld te krijgen van de vererving van Amerikaanse stieren, zoekt Nijhof de Amerikaanse cijfers op. ‘Als je Parker op Nederlandse basis bekijkt valt de stier veel minder op. De omrekening blijft wat dat betreft lastig. Daarom bekijk en vergelijk ik Amerikaanse stieren op Amerikaanse basis en Canadese stieren op Canadese basis. Als je dat doet valt Parker wel op met bijna 3000 GTPI en 2,71 PTAT.’

Of Nijhof de stier ook had gebruikt als hij geen liefhebber was? ‘Dan had ik hem zelf waarschijnlijk niet gevonden en had een adviseur mij erop moeten wijzen. Ik denk dat Parker namelijk meer kansen verdient dan hij krijgt. Hij kan aan veel koeien net wat frame en productiecapaciteit toevoegen.’ Een andere stier vanuit het Amerikaanse CRV-programma die Nijhof, via het Create-programma, nu gebruikt is de roodfactorstier Bomaz Cola.