‘Voor de fokkerij vertrouwen we op CRV’

Jacob Boon
Jacob Boon

Als je bedrijf verandert, moet je keuzes maken, ervaarden de ondernemende melkveehouders Jacob en Jan Teunis Boon. Tijd om uitgebreid studie te maken van de fokkerij hebben ze niet meer. ‘Daarvoor maken we nu graag gebruik van de diensten van CRV. Het is een genot om de vooruitgang in de veestapel te zien’, vertelt Jacob.

Er was een tijd dat de familie Boon uit Zeewolde zich fanatiek stortte op de topfokkerij. Ze spoelden koeien, handelden in embryo’s en leverden stieren aan ki-organisaties. Maar tijden veranderen. Drie broers Boon ontwikkelden de boerderij samen met hun echtgenotes en ouders tot een grootschalig agrarisch bedrijf met akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt en in totaal 340 melk- en kalfkoeien en 260 stuks jongvee op twee locaties.

Jacob Boon: ‘Het is een genot om te zien hoe de nieuwe generatie in de breedte steeds beter wordt’

Beter in de breedte

Liefhebberij in de fokkerij hebben Jacob en Jan Teunis Boon nog steeds. ‘Maar er zijn in het bedrijf inmiddels veel zaken die onze aandacht vragen. Dan moet je keuzes maken. Het koppel koeien groeit en de generatiewisseling in de fokkerij gaat nu zo snel dat het niet meevalt om alles bij te houden. Daarom maken we voor de fokkerij nu graag gebruik van de diensten van CRV’, legt Jacob uit. ‘Twee keer per jaar bekijken we samen met onze fokkerijspecialist waar we staan en zo nodig stellen we het fokdoel bij. We laten merkerfokwaarden bepalen en voor het maken van paringen gebruiken we het SAP, het StierAdviesProgramma. Deze manier van doelgericht en planmatig werken bevalt ons prima’, verklaart de veehouder. ‘Ik vind het een genot om te zien hoe de nieuwe generatie in de breedte steeds beter wordt. Als we in het verleden tien vaarzen aan de melk kregen, waren er zeven goed, twee wat minder en een slecht. Nu zijn er negen goed en hooguit een wat minder.’

Betere paringen, meer vooruitgang

De gebroeders Boon waren bij de eerste veehouders die structureel van alle vaarskalfjes merkerfokwaarden lieten bepalen. ‘De merkerfokwaarden van een kalf hebben een veel hogere betrouwbaarheid dan de verwachtingswaarden op basis van de afstamming’, constateert Jacob. ‘De uitkomsten kunnen voor een individueel dier flink van elkaar verschillen. Het verschil tussen merkerfokwaarden en verwachtingswaarden is soms zomaar honderden liters melk of meerdere punten in de exterieurcijfers. Met merkerfokwaarden kan het SAP dus veel betere paringen maken. Dat zien we terug in de vooruitgang in onze veestapel’, vertelt hij. Als pluspunt van merkeronderzoek ervaren de broers Boon ook dat de stamboekregistratie altijd op orde is. ‘Op ieder bedrijf wordt wel eens een foutje gemaakt, waardoor de werkelijke afstamming van een kalf niet klopt met die op papier. Dit komt bij merkeronderzoek aan het licht en zo voorkom je verkeerde paringen’, legt Jacob uit.

Plus 240 punten NVI

Om hun verhaal te onderbouwen hebben Jacob en Jan Teunis Boon wat cijfers op een rij gezet. De NVI van de melkkoeien is in negen jaar tijd gestegen met 240 punten en de Inet zelfs met 300 euro. Negen jaar geleden scoorden de vaarzen gemiddeld 80,4 punten voor algemeen voorkomen in de bedrijfsinspectie. Bij het meest recente bezoek van de inspecteur kwamen ze uit op 82 punten gemiddeld. ‘En dan te bedenken dat de veestapel de afgelopen jaren nog flink is gegroeid, waardoor er nauwelijks ruimte was om te selecteren’, merkt Jacob op. ‘Nu we die ruimte wel krijgen, zal de vooruitgang nog sneller gaan’, voorspelt hij.