Fokken op hoornloosheid heeft een aantal duidelijke voordelen. Het is voor veehouders gemakkelijk als kalveren niet meer onthoornd hoeven te worden en het bespaart arbeid. Daarbij besparen veehouders op dierenartskosten en lopen kalveren geen groeivertraging op, die wel vaak optreedt na onthoornen.
Vijftien jaar fokken bracht hoornloosheid naar top van het stierenaanbod

In 2010 besloot CRV hoornloosheid te introduceren in het fokprogramma. Vijftien jaar later is het gen voor hoornloosheid al wijdverspreid in de Nederlands-Vlaamse veestapel en kunnen de fokwaarden van hoornloze stieren moeiteloos concurreren met die van gehoornde stieren.
Al 66 hoornloze stieren in het aanbod
Het hoge genetisch niveau van hoornloze stieren is goed zichtbaar in het actuele stierenaanbod. Zo stonden half november in de CRV-webshop 8 zwartbonte genoomgeteste PP-stieren met gemiddeld 236 NVI (cijfers augustus 2025) en 18 zwartbonte P-stieren, waarvan 15 genoomgetest (gemiddeld 202 NVI) en 3 dochtergetest (gemiddeld 165 NVI). Bij roodbont waren al vier dochtergeteste PP-stieren beschikbaar met gemiddeld 167 NVI en 17 genoomgeteste PP-stieren met gemiddeld 230 NVI. Daarnaast stonden er 19 genoomgeteste roodbonte P-stieren in de webshop met gemiddeld 263 NVI.
Sinds de introductie van hoornloosheid in het fokprogramma is variatie in bloedvoering een belangrijk aandachtspunt. En ook dit is zichtbaar in het stierenaanbod. De 8 zwartbonte PP-stieren in de webshop hebben 6 verschillende vaders en de 21 roodbonte PP-stieren zelfs 17. In het fokprogramma van CRV is de verwantschapsgraad bij hoornloze dieren dan ook niet anders dan bij gehoornde dieren. Ondertussen raakt het gen voor hoornloosheid in het fokprogramma verder verspreid. Circa twee derde van de stiervaders en de helft van de stiermoeders is al hoornloos.
Veertig procent roodbonte kalveren hoornloos
Met de vooruitgang in de fokkerij is het gebruik van hoornloze stieren in de praktijk snel toegenomen. Zo werd in 2018 bij zwartbont nog 1,3 procent en bij roodbont 8,8 procent van de eerste inseminaties uitgevoerd met sperma van hoornloze stieren. In het afgelopen boekjaar was dat gestegen tot 12,7 procent bij zwartbont en bijna 43 procent bij roodbont.
De toenemende inzet van hoornloze stieren is ook zichtbaar in de uitslagen van merkeronderzoeken. Van de Nederlandse roodbonte kalveren waarvan in het afgelopen jaar een merkerfokwaarde werd bepaald, was ruim 40 procent genetisch hoornloos. Bij de zwartbonte kalveren lag dit percentage op 16. In Vlaanderen was 34 procent van de roodbonte en 13 procent van de zwartbonte kalveren genetisch hoornloos.
Passende PP-stieren voor ieder fokdoel
Twee mooie voorbeelden van actuele hoornloze topstieren zijn de zwartbonte Delta Inspector PP en de roodbonte Delta Brussels PP. Beide InSire-stieren zijn homozygoot hoornloos, wat betekent dat al hun kalveren zonder hoornaanleg geboren zullen worden. En beide stieren zijn afkomstig uit de Tilda-familie, waaruit eerder onder andere Delta Taskforce P werd geboren.
De fokwaarden van Inspector PP en Brussels PP laten zien dat voor ieder fokdoel interessante hoornloze stieren beschikbaar zijn. Inspector PP is een ‘dikke melk’-stier met een productievererving van ruim 600 kg melk met +0,34% vet en +0,27% eiwit. Bovendien is de stier een van de beste beenverervers in het aanbod met 110 beenwerk in de bovenbalk in combinatie met 113 klauwgezondheid. Zijn achterneefje Brussels PP toont een wat ander profiel, met meer melk met iets lagere gehaltes. Zijn dochters zullen uitgroeien tot laatrijpe dieren met veel kracht en ruimte in de voorhand. Daarbij verhoogt Brussels PP de melksnelheid.

