Vijf vragen over vruchtbaarheid aan Peter Nauta

Peter Nauta
Peter Nauta

CRV heeft alles in huis om veehouders te ondersteunen bij het verbeteren van de vruchtbaarheid van hun veestapel. In een serie korte interviews vertellen medewerkers die dagelijks met vruchtbaarheid bezig zijn, wat dit in de praktijk betekent. Vandaag: Peter Nauta uit Makkum. Hij startte zijn carrière bij CRV vijftien jaar geleden als inseminator. Daarna volgde hij nog diverse opleidingen en inmiddels heeft hij een zeer gevarieerd takenpakket. Zo is Peter transplanteur voor embryo’s uit het fokprogramma en zogenaamde ‘laatste kans embryo’s en hij assisteert regelmatig bij het verzamelen van eicellen bij pinken op het donorstation in Wirdum. Daarnaast is hij vruchtbaarheidscoördinator op een 15-tal melkveebedrijven in Friesland en begeleider van een 15-tal zogenaamde Elitebedrijven. Dit zijn de bedrijven waar embryo’s uit het fokprogramma worden ingezet.

Hoe help jij veehouders met de vruchtbaarheid van hun veestapel?

‘Met het inzetten van embryo’s help ik veehouders koeien en pinken drachtig te krijgen. Dat is mooi werk maar als vruchtbaarheidscoördinator kan ik nog meer voor veehouders betekenen. Op de bedrijven waar ik dit werk doe, kom ik soms wekelijks of anders wel om de twee of drie weken. Dan leer je het bedrijf, de veehouder en de bedrijfsvoering heel goed kennen en zie je waar verbeteringen mogelijk zijn. Zo kan ik deze veehouders helpen om de vruchtbaarheid op een hoger plan te brengen. Op de Elitebedrijven werk ik vooral als adviseur. Ik bezoek deze bedrijven twee keer per jaar en aan de hand van de drachtigheidsresultaten bespreek ik samen met de veehouder hoe het loopt met de vruchtbaarheid. Zowel de veehouder als CRV heeft er natuurlijk belang bij dat zo veel mogelijk ingezette embryo’s uitgroeien tot een kalf.’

Wat heb jij in jouw werk als embryotransplanteur geleerd over vruchtbaarheid?

‘Ik heb in mijn werk bij CRV vooral geleerd dat geen dier hetzelfde is. Ik leerde op school bijvoorbeeld dat koeien een cyclus hebben van 21 dagen. Gemiddeld klopt dat wel maar ik kom regelmatig koeien tegen die om de 17 dagen tochtig zijn of waar wel 24 dagen tussen twee tochten zitten. Zo functioneert ieder dier weer anders en dat maakt werken met koeien ook boeiend. Ik leer nog steeds bij. In Wirdum werk ik bijvoorbeeld samen met zeer ervaren collega’s. Van hen leer ik veel over factoren die de vruchtbaarheid kunnen beïnvloeden. Nee, ik ben zeker nog niet uitgeleerd. Het lijkt me bijvoorbeeld heel interessant om meer te leren over het spoelen van koeien.’

‘We zijn misschien wel eens wat te bescheiden maar ik ben ervan overtuigd dat CRV de meest vakbekwame en ervaren medewerkers op het gebied van vruchtbaarheid heeft. Daar mogen we trots op zijn en dat mogen we best wat meer uitstralen.'

Wat maakt CRV volgens jou bij uitstek geschikt om veehouders te ondersteunen als het gaat om vruchtbaarheid?

‘We zijn misschien wel eens wat te bescheiden maar ik ben ervan overtuigd dat CRV de meest vakbekwame en ervaren medewerkers op het gebied van vruchtbaarheid heeft. Daar mogen we trots op zijn en dat mogen we best wat meer uitstralen. Zo heb ik voordat ik als inseminator aan de slag kon een uitgebreide interne opleiding mogen volgen. En we worden we ook regelmatig bijgeschoold. Dat gaat bij onze concurrenten wel anders. Daar kun je soms al beginnen als inseminator je een doe-het-zelf cursus hebt gevolgd.’

Wat is jouw gouden tip voor veehouders?

‘We zien in de praktijk hele goede resultaten van de inzet van ‘laatste-kans-embryo’s’. Dit zijn embryo’s die ingezet kunnen worden op koeien die met insemineren niet meer drachtig worden. We winnen deze embryo’s bij veehouders door koeien te spoelen met een goede vruchtbaarheid. Het gaat hierbij dus niet om de foktechnische waarde van het embryo maar om de vitaliteit. Het inzetten van embryo’s blijkt heel goed te werken. Van de koeien die niet meer drachtig worden met insemineren wordt gemiddeld ruim de helft drachtig na het inzetten van een embryo. Dus als veehouders een goede koe hebben die na meerdere keren insemineren nog niet drachtig is, dan is het zeker de moeite waard om het te proberen met een ‘laatste-kans-embryo’.’

'Van de koeien die niet meer drachtig worden met insemineren wordt gemiddeld ruim de helft drachtig na het inzetten van een 'laatste-kans-embryo'.'

Wat is jouw mooiste succesverhaal over vruchtbaarheid?

Toen de inseminatieteams in Friesland stopten met het rijden van een avondronde en in plaats daarvan overschakelden naar een ochtend- en een middagronde, ontstond daar onder veehouders best wat discussie over. Ze waren bang dat deze verandering ten koste zou gaan van de bevruchtingsresultaten. Ook een van mijn vaste scanklanten had zo zijn twijfels. Mijn stelling is dat het prima mogelijk is om goede drachtresultaten te behalen met één inseminatieronde per dag. Toen ik dat tegen de veehouder zei wekte ik zijn nieuwsgierigheid. We spraken af om het een tijdje te proberen door alleen maar koeien aan te bieden voor de ochtendronde. Dat is nu een paar maanden geleden. Laatst was ik weer bij deze veehouder voor drachtonderzoek. Wat bleek: van de 32 gescande koeien waren er 31 drachtig!’