Toen veehouders rond 1900 de eerste coöperatieve verenigingen voor melkcontrole oprichtten, begonnen ze ook met het verzamelen van data voor hun management. De pioniers startten met meten en registreren van melkproductie en vetgehalte om op deze kenmerken te kunnen fokken. Maar de melkcontrole-uitslagen gaven hun ook inzicht in het effect van bijvoorbeeld voeding op de melkproductie.
Dat de niet eens zo verre voorouders van de huidige generatie veehouders hun bedrijven aanstuurden op basis van een handjevol cijfers op papier, is bijna niet meer voor te stellen. Data zijn onmisbaar geworden voor de bedrijfsvoering en data analyseren is voor veehouders dagelijks werk.
Het startsein voor de digitalisering van de melkveehouderij werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw gegeven met de bouw van de eerste managementprogramma’s voor de ‘personal computer’. De coöperatieve veeverbetering bracht met partners het programma Argos op de markt.
Veeverbetering gangmaker op de digitale snelweg
In de 150-jarige geschiedenis van CRV konden veehouders hun bedrijf nog lang runnen met krabbels op papier. Maar sinds de ontwikkeling van internet en sensoren is digitalisering van de rundveehouderij niet meer te stoppen. De coöperatieve veeverbetering werd gangmaker op de digitale snelweg.
Data per post en telefoonlijn
In die tijd waren NRS en FRS ook mede-initiatiefnemers voor de oprichting van VeeNET, een centrale databank waar veehouders gegevens van hun eigen bedrijf konden raadplegen, zoals veedata en adviezen van het StierAdviesProgramma, maar bijvoorbeeld ook de melkgeldafrekening. Via VeeNET konden berichten worden verstuurd en bestellingen worden geplaatst. Maar ook konden aangesloten organisaties gegevens met elkaar uitwisselen en combineren. Zo werd VeeNET min of meer de voorloper van het dertig jaar later opgerichte JoinData. Communiceren met VeeNET kostte de gebruiker 10 guldencent per minuut. In een verslag van een pilotproject worden de kijkcijfers in 1989 ‘bemoedigend’ genoemd. Gemiddeld werd er zeven minuten per dag gekeken.
De Vlaamse VRV ontwikkelde in die tijd de zogenaamde TORIlijn, die veehouders de mogelijkheid bood om via een modem de mpr-uitslag en stierenbestanden op te halen en in te laden in het eigen managementprogramma.
Lang heeft de betrokkenheid van het NRS bij Argos niet geduurd. Het programma werd verkocht toen de ontwikkeling van internet, begin jaren negentig, heel nieuwe mogelijkheden opende. Zo werd het veel eenvoudiger om data te versturen en op afstand te bekijken. VRV maakte hiervan gebruik door de TORI-lijn verder uit te breiden met schermen waarop veehouders direct hun bedrijfsdata konden raadplegen.
Nog meer grensverleggend was de mogelijkheid om via internet gebruik te maken van programmatuur op een centrale computer. Hierdoor hoefden veehouders geen eigen managementprogramma meer aan te schaffen en te onderhouden. NRS (en opvolger CR Delta) speelden op deze mogelijkheid in met de ontwikkeling van MijnBedrijf, de voorganger van het in 2005 gelanceerde VeeManager. Veel veehouders voegden met dit online programma – dat later als app ook beschikbaar kwam op de mobiele telefoon – in op de digitale snelweg. Vier jaar na de introductie werden al gegevens van ruim een miljoen dieren verwerkt. Daar waren ook gegevens van Vlaamse veehouders bij die door de samenwerking tussen CR Delta en VRV de beschikking kregen over dit managementprogramma. De digitale snelweg werd in de loop van de jaren steeds breder met programma’s als CRV Mineraal voor de mestboekhouding en DigiKlauw voor de registratie van klauwgezondheidsdata.
VeeManager is nog maar recent, na twintig jaar trouwe dienst, vervangen door de applicaties CRV Dier en CRV Bedrijf.
‘Big data’ wordt ‘big business’
De opkomst van robotmelken en toepassing van sensoren openden in de loop van de 21e eeuw nieuwe mogelijkheden. Met de voortschrijdende automatisering komen ongekende hoeveelheid data beschikbaar. Hiermee krijgen veehouders extra informatie in handen om het management van hun veestapel en bedrijf te optimaliseren. En door data aan elkaar te koppelen ontstaan weer nieuwe toepassingen.
‘Big data’ is ‘big business’ geworden voor dienstverleners en toeleveranciers in de sector. Ook CRV heeft data-analisten in huis met als doel veehouders nog beter te ondersteunen in hun management. En om ervoor te zorgen dat de meerwaarde van data van veehouders ook bij veehouders terechtkomt. Niet voor niets is de coöperatieve veeverbetering een van de initiatiefnemers van het Nederlandse JoinData en het Vlaamse DjustConnect. Ook werkt CRV met partners aan de ontwikkeling van standaarden om ook internationaal data uit te kunnen wisselen via het zogenaamde iDDEN-platform.
Vakwerk uit het verleden: data in de borstzak van de overall
Veehouders haalden alle informatie voor hun bedrijfsvoering nog van papier toen Bert van ’t Land (niet op de foto), inmiddels hoofd ontwikkeling informatieproducten bij CRV, in 1988 in dienst kwam bij het NRS. De postbode was nog de belangrijkste transporteur van data. ‘Het NRS had besloten om samen met partners het door onderzoeksinstituut IMAG uitgedachte managementprogramma Argos verder te gaan ontwikkelen voor de praktijk’, vertelt hij. Dit programma draaide op de pc en de veehouder moest data overtypen van papier. Al snel werd het mogelijk data te transporteren via een schijfje, een zogenaamde floppy disk. Van ’t Land herinnert zich nog dat op de postkamer van het NRS-kantoor stapels floppy’s klaar lagen voor verzending. ‘Toen er nieuwe, kleinere diskettes op de markt kwamen, waren veehouders daar erg enthousiast over. Omdat ze veel meer gegevens konden dragen. Maar vooral omdat ze in het borstzakje van een overall pasten’, weet hij nog. Van ’t Land verzorgde ook de ondersteuning voor de eerste gebruikers, die zelf vaak actief meedachten en voerde sofware-updates uit bij de veehouder thuis. ‘Dat kostte zomaar een halve dag’, herinnert hij zich. ‘Als ik geluk had, zaten twee gebruikers bij elkaar in de buurt. Dan kon ik bij de ene de update starten, dan doorrijden naar de andere om net op tijd weer terug te zijn op het eerste bedrijf om de klus af te ronden.’
Verantwoording: Deze serie is tot stand gekomen op basis van historische boeken waaronder ‘100 jaar N.R.S.’ en ‘Een eeuw Fries stamboekvee’ en met de hulp van medewerkers en oud-medewerkers van CRV, waaronder met name Reimer Strikwerda, Ite Hamming, Frans Kuijpers.