Veelgestelde vragen over stikstof en methaan

Veelgestelde vragen over stikstof en methaan

Veehouders hebben veel vragen over stikstof en methaan. CRV heef enkele veelgestelde vragen op een rij gezet. Want welke bijdrage kan CRV leveren aan een reductie van stikstof en methaanuitstoot? En hoe verhoudt de Nederlandse situatie zich eigenlijk met die van anderen landen?

Wat merkt CRV van het effect van de stikstofplannen bij veehouders.

Medewerkers van CRV, zoals inseminatoren, monsternemers, routerijders en fokkerijadviseurs, zien dagelijks wat een dreigend saneringsbeleid doet met veehouders en hun gezinnen. Als boerencoöperatie staat CRV dan ook uiteraard achter de veehouders. Er zijn voldoende mogelijkheden om via innovatie invulling te geven aan de doelen die de overheid stelt. Nederlandse en Vlaamse veehouders behoren tot de beste in de wereld en hebben al grote stappen gezet om de bedrijfsvoering te verduurzamen. CRV dringt bij de overheid aan op realistische doelen, een realistisch tijdspad en ondernemingsruimte om te werken aan oplossingen.

Welke positie neemt CRV in, in de discussie over het stikstofbeleid?

Het stikstofbeleid van de Nederlandse en Vlaamse overheid baart CRV grote zorgen. CRV is ervan overtuigd dat saneren en op slot zeten van bedrijven geen oplossing is. Stimuleren van managementaanpassingen en innovatie, hoeft de overheid maar een fractie te kosten van het geld dat nu gereserveerd is voor de opkoop van bedrijven. Niet saneren maar innoveren is volgens CRV de weg om uit de stikstofcrisis te komen.

Wat doet CRV om de stikstofuitstoot van koeien te verminderen?

In de fokprogramma’s van CRV staan een gezonde en efficiënte productie van melk en vlees centraal. CRV heeft hier zelfs aparte indexen voor ontwikkeld: CRV Gezondheid en CRV Efficiëntie. Daarnaast heef CRV managementproducten en diensten ontwikkeld die veehouders helpen. Bijvoorbeeld om hun veestapel gezond en vruchtbaar te houden en efficiënt te laten produceren. Gezonde en vruchtbare koeien die efficiënt produceren gaan ook efficiënt om met stikstof. Daardoor blijft de stikstofuitstoot per geproduceerde kg melk en vlees beperkt.

Hoe kan fokkerij bijdragen aan vermindering van de stikstofuitstoot?

Via fokkerij is de afgelopen jaren grote vooruitgang geboekt in de gezondheid en levensduur van de veestapel. Mede hierdoor steeg de levensproductie van de Nederlandse koeien in de afgelopen vijf jaar met twintig procent. Fokkerij heeft dus een belangrijke bijdrage geleverd aan een verhoging van de milieu-efficiëntie van de productie van melk en vlees. Door te blijven fokken op gezondheid en efficiëntie kan hier in de komende jaren nog meer vooruitgang worden geboekt.

Welke innovatieve oplossing heeft CRV voor vermindering van de stikstofuitstoot?

CRV heeft de afgelopen jaren veel geld geïnvesteerd in het verzamelen van gegevens over de voeropname van individuele koeien. Deze data vormen de basis voor de fokwaarde voerefficiëntie van de stieren van CRV. De fokwaarde voerefficiëntie geeft aan hoeveel kg melk de dochters van een stier produceren van één kg droge stof voer. Fokken op voerefficiëntie verbetert ook de stikstofefficiëntie van de veestapel. Koeien die meer melk uit dezelfde hoeveelheid voer halen, produceren ook minder stikstof per kg melk. De dieren met goede voerefficiëntie maken namelijk van dezelfde hoeveelheid voer meer melk of hebben dezelfde melkproductie met minder voer. Minder voer betekent minder mest. En minder mest is minder ammoniak. Per geproduceerde kg melk is dus minder voer nodig en daardoor is er minder mest.

Wat levert fokken op voerefficiëntie concreet op als het gaat om stikstof?

Dat is nog niet concreet aan te geven. Ammoniak (stikstof NH3) wordt gevormd door de vermenging van mest en urine. Wat we al wel weten is, dat een hogere voerefficiëntie minder mest geeft en daarmee is er dus ook minder uitstoot van ammoniak. Hier moet nog meer onderzoek naar gedaan worden, maar de eerste indruk is dat een hogere voerefficiëntie gepaard gaat met een lagere ammoniakuitstoot. Voer speelt hierbij een belangrijke rol. Een zeer eiwitrijk rantsoen is minder gunstig. Maar bijvoorbeeld weidegang is wel gunstig. De koe urineert en mest dan niet op dezelfde plek.

Wat doet CRV nog meer om de milieu-efficiëntie van de melkproductie te verhogen?

CRV investeert nu volop in het meten van de methaanemissie van individuele koeien. Verschillen tussen koeien blijken namelijk voor 30 procent genetisch bepaald. De metingen die nu worden uitgevoerd vormen de basis voor de ontwikkeling van een fokwaarde voor methaan. Deze is naar verwachting in 2025 beschikbaar voor toepassing in de praktijk. Onlangs publiceerde CRV een artikel over deze onderzoeken naar methaanuitstoot.

Wat kan met fokken op methaanemissie worden bereikt?

Fokken en selecteren op een lagere methaanuitstoot legt de aanleg genetisch vast. Dat wil zeggen dat er generatie op generatie een stapeling optreedt van gunstige genen. Door methaan mee te nemen in het fokdoel, naast alle andere belangrijke kenmerken, kan de methaanuitstoot per koe met 1 procent per jaar worden verlaagd. Dat wil zeggen dat de methaanemissie per koe alleen al door fokkerij in 2050 zo’n 25% lager kan zijn dan nu. Lees ook het artikel over fokken op methaanuitstoot.

Hoe verhoudt de Nederlands/Vlaamse situatie zich eigenlijk met andere landen?

Nederlandse en Vlaamse melk- en vleesveehouders behoren tot de meest vakbekwame van de wereld. Onze veestapel heeft een hoge genetische aanleg om voer efficiënt om te zeten in melk en vlees. Daarbij maken het milde klimaat en de aanwezigheid van voldoende water, de lage landen bij uitstek geschikt voor de productie van melk en rundvlees. De milieu impact van de Nederlandse en Vlaamse melk- en rundvleesproductie is, uitgedrukt in emissies per kg product, internationaal gezien dan ook zeer laag. Maar omdat Nederland en Vlaanderen dichtbevolkt zijn en er relatief veel vee op een beperkte oppervlakte wordt gehouden worden veehouders door wetgeving gedwongen te werken aan vermindering van de uitstoot van stikstof.

Is stkstof alleen een probleem voor Nederlandse en Vlaamse veehouders?

Nee. Ook in andere, grotere Europese landen, is stikstof een probleem. De habitatrichtlijn van de EU verlangt uiteindelijk van iedere lidstaat dat die zijn biodiversiteit beschermt. De uitspraak van het Europees Hof over de Nederlandse aanpak geldt voor alle EU-landen. Verwacht wordt dus dat meer landen worden aangesproken op hun stikstofuitstoot. Kijkend naar de rest van de wereld, is China veruit koploper als het gaat om stikstofuitstoot. In delen van China wordt er zelfs per hectare land veel meer uitgestoten dan in Nederland en Vlaanderen, maar gemiddeld over het hele land is het minder. Dit heeft ermee te maken dat Nederland en Vlaanderen een relatief klein grondgebied hebben.

Wat wordt er in andere landen gedaan aan vermindering van de uitstoot van broeikasgassen uit de veehouderij?

Nieuw-Zeeland pakt de uitstoot van broeikasgassen rigoureus aan. In oktober 2022 werd bekend gemaakt dat veehouders daar vanaf 2025 belasting aan betalen over de uitstoot van broeikasgassen. Dit voorstel zou ervoor zorgen dat Nieuw-Zeelandse boeren vooroplopen in het terugdringen van de uitstoot. Volgens de premier heef geen enkel land zo’n systeem en hebben boeren in Nieuw-Zeeland straks het voordeel dat ze de eerste zijn. Als het systeem over drie jaar wordt ingevoerd, worden boeren verplicht gesteld om een gereguleerde prijs te betalen voor hun uitstoot van methaan, kooldioxide en stikstof.