‘Soms moet je iets proberen om erachter te komen of het werkt’

Melkveehouder Jos Bom uit Emmer-Compascuum
Melkveehouder Jos Bom uit Emmer-Compascuum

‘Voeding vind ik echt interessant, dat ontdekte ik tijdens mijn studie. Nu zit ik regelmatig met onze voeradviseur samen om het rantsoen van onze koeien te finetunen. Het is leuk om het resultaat terug te zien in de melkproductie en de gezondheid.’

Durven proberen

‘Boeren doe ik samen met mijn ouders Anjo en Janneke, mijn broer Herbert, zijn vrouw Laura en mijn eigen vrouw Dideke. We melken 500 koeien en hebben 250 stuks jongvee. Iedereen heeft z’n eigen taak en we vullen elkaar mooi aan. Ik houd me naast de voeding van de koeien vooral bezig met de grote administratieve klussen, zoals de mestboekhouding, de gecombineerde opgave en de planning van het landwerk.’

‘Een paar jaar geleden sprak ik met onze voeradviseur een doel af: 1000 kilo vet en eiwit. Het doel is nog niet gehaald, maar we komen er langzamerhand wel meer in de buurt. Bij de laatste mpr hadden we 12.413 kg melk met 4,12 procent vet en 3,45 procent eiwit. Mooie cijfers, maar in de zomer boven de 4 procent vet uitkomen, blijft een uitdaging.’

‘Stapsgewijs passen we het rantsoen aan, zodat we weten wat er verandert. Soms moet je iets durven proberen, anders kom je er nooit achter of iets werkt. Een boer zei laatst tegen me: “Als je nooit wat anders doet dan de buurman, dan doe je het nooit beter.” Dat vind ik een leuke uitspraak. En dat geldt niet alleen voor het voer. Van het land tot aan de koe letten we samen op de details. We staan open voor ideeën en bekijken met elkaar zorgvuldig of innovaties meerwaarde hebben.’

Aanpassen en vooruitkijken

‘De mestboekhouding is altijd een puzzel: goed inschatten, plannen, BEX-voordelen benutten, de CO2-footprint optimaliseren. Je moet benutten waar je recht op hebt. En ja, met de politiek moet je dealen. We hebben er bewust voor gekozen om hier in Nederland te boeren. Dat betekent dat je je moet aanpassen en vooruit moet kijken: kruiden zaaien, klaver toepassen, samenwerken met akkerbouwers. Voor ons is dat geen last, maar juist een kans om goed voer te winnen.’

‘Het is vooral belangrijk dat je doet wat bij je past, maar kijk ook op bedrijven die anders werken. Zelfs als je denkt dat het niks voor je is, kan het toch waardevol zijn. Zoek adviseurs die bij je passen, spreek uit waar je naartoe wil en blijf vooruitkijken naar nieuwe kansen. Sinds een paar jaar zit ik bijvoorbeeld bij de vrijwillige brandweer in het dorp. Het is fijn om iets voor de buurt te kunnen doen en het zorgt voor nieuwe contacten.’