Robbe Roose kiest voor Amerikaanse genetica van CRV

Robbe Roose met zijn veestapel
Robbe Roose met zijn veestapel

Koeien zoals Rose 73, een dochter van de stier Peak Hotline, Robbe Roose ziet ze graag. ‘Ze heeft een sterk frame en veel openheid, wat betekent dat ze veel voer op kan nemen. Ze heeft alles wat nodig is om veel melk te produceren’, legt hij uit. De cijfers onderstrepen de stelling van de jonge melkveehouder. De stalfavoriet produceerde in haar tweede lactatie 14.500 kg melk. Daarbij is ze ingeschreven met 88 punten voor algemeen voorkomen.

Fokkerij voor hogere productie

Robbe baat in het West-Vlaamse Lo-Reninge een melkveebedrijf uit met 120 koeien en 100 stuks jongvee, samen met zijn vader Joeri. De koeien worden gemolken met robots en tekenen voor een gemiddelde dagproductie van rond de 40 kg melk met circa 4,1 procent vet en 3,3 procent eiwit. ‘We streven naar een verdere verhoging van de productie per koe, met name de percentages vet en eiwit. Maar een hogere productie mag natuurlijk niet ten koste gaan van de gezondheid van de koeien’, vertelt de jonge melkveehouder.

Fokkerij kan volgens Robbe een belangrijke bijdrage leveren aan de gewenste productieverhoging met behoud van gezondheid. ‘Koeien moeten het genetisch in zich hebben om veel melk te geven. Maar om probleemloos een hoge productie te realiseren is ook het exterieur van belang’, benadrukt hij. ‘Koeien met goed beenwerk lopen gemakkelijk naar het voerhek om te vreten en naar de robot om zich te laten melken. En koeien die ruim en open gebouwd zijn kunnen veel voer opnemen en omzetten in melk.’

Een betere veestapel met Amerikaanse genetica

Vader en zoon Roose maken voor de verbetering van hun veestapel gebruik van genetica uit het Amerikaanse fokprogramma van CRV. Dat begon met de stieren Peak Hotline en Doc Hardy. Van deze stieren melken ze inmiddels derde- en vierdekalfskoeien. ‘Deze koeien bevallen ons heel goed’, vertelt Robbe. ‘Ze hebben zeer mooie uiers en benen en de openheid en finesse die we graag zien. Daarom zijn we samen met onze fokkerijspecialist Thomas De Brabander verder gaan kijken welke Amerikaanse CRV-stieren nog meer bij ons zouden passen.’

In de tweede fase kregen de stieren Butlerview Gold Medal en Fustsyn Parker kansen op het bedrijf. Zo zijn nu zeven vaarzen aan de melk van Fustsyn Parker. De meeste hebben pas recent gekalfd en startten vlot op. De langst gekalfde is ingeschreven met 84 punten voor algemeen voorkomen, scoort 110 lactatiewaarde en wordt voorspeld op ruim 11.000 kg melk.

In de jongveestal op het West-Vlaamse bedrijf lopen veelbelovende dochters van de stieren Bomaz Cola rf en Aurora Tyrol. ‘Het zijn fraaie kalveren die ook nog eens hoog scoren op genoomfokwaarden’, constateert Robbe. Met het gebruik van Amerikaanse CRV-genetica gaat hij dan ook overtuigd door. Zo worden op dit moment onder andere Peak Mumford, Peak Toto, Zwanebloem Cheers en Eskdale Starpower ingezet.

CRV nam op het bedrijf van de familie Roose een filmpje op waarin Robbe Roose uitlegt waarom hij gebruikmaakt van stieren uit het Amerikaanse fokprogramma van CRV. In het filmpje toont hij ook dochters van deze stieren. Klik hier om dit filmpje te bekijken.