Dankzij de snelle ontwikkeling van sensortechnieken krijgen veehouders meer en meer data die inzicht geven in de productie en gezondheid van koeien. ‘Data die verzameld worden via de melkproductieregistratie of mpr, zijn en blijven voorlopig echter nog onmisbaar’, constateert Cees Oomen. Hij is specialist veestapelmanagement bij CRV en heeft twintig jaar praktijkervaring als voeradviseur.
Studie maken van de mpr-uitslag hoorde voor Cees standaard bij de voorbereidingen voor een bedrijfsbezoek, vertelt hij. De bulk aan data uit de mpr, zoals de melkgift en de vet-, eiwit- en ureumgehaltes, wordt door CRV verwerkt tot duidelijke overzichten, zoals in MPR Voeding. ‘Uit deze overzichten is veel informatie over de kwaliteit van de voeding en het management te halen’, spreekt Cees vanuit jarenlange ervaring.
Handig vindt hij bijvoorbeeld de presentatie van de productiegemiddelden van groepen in verschillende stadia van de lactatie, zoals die in bijvoorbeeld CRV Bedrijf heel overzichtelijk worden weergegeven.
Onderbouwd voeradvies kan niet zonder mpr
De samenstelling van melk zegt veel over de voeding van koeien. De melkproductieregistratie (mpr) brengt dit voor individuele dieren
en groepen koeien duidelijk in beeld. Voeradviseurs kunnen dan ook niet zonder mpr-uitslag. Ze halen hieruit veel informatie om rantsoenen te optimaliseren.
MPR Voeding helpt optimaliseren
Zo vertellen de productie en melksamenstelling van de verse koeien, tot veertig dagen in lactatie, veel over de voeding in de droogstand. ‘Hoge vetgehaltes in combinatie met lage eiwitgehaltes duiden bijvoorbeeld op een negatieve energiebalans. Dit kan wijzen op een droogstandsrantsoen dat te rijk is aan energie’, legt hij uit.
Ook bij de hoogproductieve koeien geven de gehalten en de verhouding tussen vet en eiwit belangrijke aanwijzingen voor de kwaliteit en de opname van het rantsoen. ‘Als de cijfers erop wijzen dat veel koeien in een negatieve energiebalans zitten, dan is wellicht de energiedichtheid in het rantsoen te laag. Of de koeien nemen te weinig voer op’, legt Cees uit.
Schommelingen in het vetgehalte kunnen duiden op subklinische pensverzuring met als mogelijke oorzaak een te snel verteerbaar rantsoen of selectie als gevolg van een slechte menging. ‘Dat zie je in eerste instantie niet aan de koeien’, vertelt de specialist. ‘Maar de mpr-uitslag maakt dit zichtbaar, zodat het rantsoen kan worden aangepast en schade wordt voorkomen.’
Op koeien die op basis van de cijfers verdacht worden van ketose of pensverzuring, wordt de veehouder via de mpr-uitslag duidelijk geattendeerd. Op basis van deze attenties kan zo nodig een behandeling worden ingezet. Een handig hulpmiddel voor het optimaliseren van de eiwitbenutting is de grafiek in MPR Voeding die het verloop van het ureum tijdens de lactatie in beeld brengt. De afbeeldingen 1 en 2 geven hiervan voorbeelden.
Altijd aanwijzingen voor verbetering
Cees adviseert veehouders niet te bezuinigen op de frequentie van de melkcontrole. ‘Door gebruik te maken van de vierweekse mpr speel je steeds kort op de bal. Zo krijg je veranderingen tijdig in beeld en kun je ingrijpen als dat nodig is’, legt hij uit.
Overigens is de mpr-uitslag volgens de specialist veestapelmanagement niet iets om je blind op te staren. ‘Achter alle cijfers zit een verhaal. Maar de cijfers geven wel handvatten om als veehouder en voeradviseur met elkaar in gesprek te gaan over wat goed gaat, maar ook over wat beter kan’, legt hij uit. Ook op bedrijven waar
het lekker loopt, is altijd nog ruimte voor verbetering, is zijn ervaring. ‘In de twintig jaar dat ik werkte als voeradviseur, heb ik heel wat mpr-overzichten voorbij zien komen. Maar de perfecte uitslag zag ik nog nooit’, vertelt hij.
Een goede voeradviseur zal de cijfers op papier altijd combineren met wat hij ziet in de stal, benadrukt Cees. ‘Hoe steken de koeien in hun vel? Wat is hun conditie? Wat is de samenstelling en consistentie van de mest? Het zijn allemaal signalen die iets zeggen over de kwaliteit van het rantsoen en zo een aanvulling geven op de mpr-uitslag’, vertelt hij. ‘Maar het omgekeerde is ook waar: je kunt een rantsoen niet enkel op basis van koesignalen en waarnemingen in de stal optimaliseren. Je hebt daarvoor ook echt objectieve cijfers nodig. De mpr levert die cijfers.’
Celgetalmeting ondersteunt uiergezondheidsmanagement
Door van alle koeien het celgetal te laten bepalen krijgen deelnemers aan de mpr veel inzicht in de uiergezondheid op hun bedrijf. Maar ze krijgen ook handvatten om de uiergezondheid te verbeteren. Bij een verhoogd tankcelgetal kan de mpr-uitslag bijvoorbeeld uitsluitsel geven of dit een koppelprobleem is of veroorzaakt wordt door een of enkele extreem hoge koeien. In het laatste geval kan afvoeren van deze koeien het probleem verhelpen. In het eerste geval zal bijvoorbeeld de melktechniek of stalhygiëne kritisch onder de loep moeten worden genomen. Als het celgetal van een koe herhaaldelijk piekt, is dat een aanwijzing voor een hardnekkige besmetting met een koegebonden kiem. De kans op genezing door een behandeling met antibiotica is voor zulke koeien zeer gering.
Op basis van het historisch verloop van het celgetal in de laatste mpr-uitslagen voor de droogstand kan een veehouder bepalen of het zinvol is om een koe met droogzetantibiotica te behandelen of dat verantwoord zonder antibiotica kan worden drooggezet. Formeel is het voor de inzet van droogzetantibiotica
zelfs vereist om dit te onderbouwen met mpr-uitslagen.
Wilt u ook meerwaarde halen uit de melk van uw koeien door deel te nemen aan mpr? Neem dan contact op met uw eigen fokkerijadviseur of met de CRV-klantenservice: 088-00 24 440. Hier vindt u meer informatie over mpr.