‘Met Vruchtbaarheid op Maat zitten we altijd kort op de vruchtbaarheid’

‘Een goede vruchtbaarheid is een succesfactor voor robotmelken’, stelt melkveehouder Paul Oudijk uit Moordrecht. ‘Voor een optimale benutting van de robots streeft hij naar een vlak afkalfpatroon gedurende het jaar. Daarbij ziet hij graag dat het gemiddelde aantal lactatiedagen van de koeien tussen de 170 en 190 ligt. ‘Als dit kengetal te veel oploopt kost dat melk en geld’, legt de veehouder uit.

Oudijk heeft samen met zijn vrouw Rita, zoon Gertjan en dochter Sophie een melkveebedrijf met 200 melk- en kalfkoeien en 100 stuks jongvee. Daarnaast heeft de familie een zorgboerderij. De koeien op het bedrijf worden gemolken met drie robots en het rollend jaargemiddelde van de veestapel ligt rond de 9700 kg melk met 4,80% vet en 3,60% eiwit.

Evert Elsendoorn is voor Paul Oudijk al jaren de vaste sparringpartner als het gaat om de fokkerij. ‘Maar daarnaast bespreek ik met de veehouder ook andere zaken die spelen op het bedrijf’, vertelt de fokkerijspecialist van CRV. ‘Zo heb ik hen drie jaar geleden geattendeerd op Vruchtbaarheid op Maat. De familie Oudijk moet de aandacht verdelen tussen het melkveebedrijf en de zorgboerderij. Met vruchtbaarheid op maat ontzorgen we de veehouders. En dat zien ze terug in de resultaten.’

Insemineren doen vader en zoon Oudijk zelf. Maar als het gaat over vruchtbaarheid is vruchtbaarheidscoördinator Chavelley Cloosterman hun belangrijkste adviseur. Ze komt iedere drie weken op het bedrijf om koeien en pinken te scannen. Ze scant op dracht vanaf 35 dagen na inseminatie maar ook om de koeien die vanaf zestig dagen na afkalven nog niet tochtig zijn gezien, dieren waaraan bij het voorgaande bezoek afwijkingen zijn gevonden of andere dieren waar de veehouder vragen over heeft.

‘Vruchtbaarheidsbegeleiding is een wisselwerking tussen de veehouder en mij’, vertelt Cloosterman. ‘Op basis van wat ik zie geef ik een advies maar het is natuurlijk de veehouder die bepaalt wat er gebeurt. Hier gaat dat heel goed. Ik geef mijn mening maar de veehouder heeft ook zijn eigen mening. Zo komen we samen tot het beste resultaat’, stelt ze vast.

‘Scannen is een hele mooie manier om de vinger aan de pols te houden als het gaat over de vruchtbaarheid van de koeien’, vindt Oudijk. ‘En Chavelley is daar een kei in. Tweelingen, cystes, witvuilende koeien, ze haalt ze er zo uit en daar kan ik in mijn management dan direct op inspelen. Met vruchtbaarheid op maat zitten we altijd kort op de vruchtbaarheid. Daarmee is echt winst te halen.’

‘We scannen iedere drie weken zo’n 25 tot 30 dieren en daar zijn we ongeveer een half uur mee bezig’, vertelt Oudijk. ‘Daarna drinken we koffie en bespreken we de resultaten. Soms geeft Chavelley me minpunten omdat ik zelf insemineer’, verklaart hij lachend. ‘Maar we hebben ook wel eens een 100 procentscore op drachtigheid. Dan is het extra leuk dat ik ze zelf heb geïnsemineerd.’