Samen met zijn twee broers Hendrik en Delian en compagnon Sjaak Middelkoop, maakte Teunis negen jaar geleden de keuze om over te stappen op het jerseyras puur vanwege de efficiëntie waar het ras voor staat. ‘Mestplaatsingsruimte, voerefficiëntie en later ook de fosfaatrechten waren de hoofdreden om deze stap te zetten. Met minder voer meer kilo’s vet en eiwit produceren was het doel. We meenden dat we met jersey een snellere en grotere stap in efficiëntie konden maken dan met holstein’, stelt Teunis Kool. ‘Niet dat we holstein slecht vinden, we hebben er jaren met veel plezier mee gewerkt. Maar we denken dat de uitdagingen van de toekomst rondom CO2-uitstoot, duurzaamheid, aaibaarheid en efficiëntie gemakkelijker met het jerseyras te halen zijn. Doordat de jerseykoe kleiner is en minder input nodig heeft, scoort ze op veel van deze punten beter.’
Met minder voer meer kilo’s vet en eiwit produceren
Negen jaar nadat de eerste rietjes jerseysperma op Waterlinie Melkvee in Culemborg werden ingezet, zijn de eerste raszuivere jerseyskalveren inmiddels geboren. En dat gefokt volledig vanuit de eigen holsteinveestapel. ‘En weet je wat nu bijzonder is?’, vraagt Teunis Kool. ‘De koefamilies die binnen het holsteinras positief opvielen, doen dat nu binnen het jerseyras ook. De goede foklijnen lopen gewoon door en het ras maakt dan dus geen klap uit.’
Teunis Kool: ‘Met jersey is een snellere en grotere stap in efficiëntie te maken’
Jerseys flexibeler
Het roer ging direct 180 graden om en binnen een jaar werd er op het bedrijf van familie Kool met 280 melk- en kalfkoeien alleen nog maar jerseysperma gebruikt. ‘De eerste F1-kruislingen presteren fantastisch, die doen niet veel onder voor de holsteins, maar je hebt ook nog nauwelijks de voordelen van jersey. Pas vanaf een bloedvoering vanaf ongeveer tweederde jersey zie je de melkproductie dalen, de gehalten stijgen, de koe kleiner worden en dus ook de efficiëntie toenemen.’
Tijdens de omschakeling naar het jerseyras vond er ook een transitie in het bedrijfsmanagement plaats. Door deelname aan het AH-programma mogen er geen voeders meer van buiten de EU worden gevoerd, het aandeel mais op rantsoenniveau mag niet hoger zijn dan 30 procent en er maximaal 18.000 kilogram melk per hectare gras worden gemolken. Ook moet het jongvee worden geweid en moet natuurbeheer, kruidenrijk grasland en grasklaver ingepast worden in de bedrijfsvoering. ‘Hierdoor zijn we van intensief meer extensief geworden, is de hoeveelheid vers gras in het rantsoen toegenomen en weiden we het jongvee op natuurgronden. En eigenlijk passen jerseys hier wel heel goed in. Het ras lijkt wel iets flexibeler. Je kunt er heel gemakkelijk biologisch mee boeren, maar in Denemarken zijn er ook bedrijven die ze heel hard voeren en 9.000 kilo melk gemiddeld melken met torenhoge gehalten.’
Snelst groeiende ras ter wereld
De eerste tekenen van het efficiënter worden van de veestapel beginnen volgens Teunis Kool, die ook parttime als voeradviseur werkt, inmiddels zichtbaar te worden. ‘We houden in het tmr-rantsoen nauwkeurig de drogestofopname van de koeien bij via een Topcon-weegsysteem op de voermengwagen met koppeling naar de smartphone. De drogestofopname is van ongeveer 24,5 kilo bij volledig holstein gezakt naar ongeveer 21,4 kilo nu bij een veestapel met gemiddeld vijftig procent jerseybloed.’ Een opname van 18,5 kilo zal bij een zuivere jerseyveestapel volgens Teunis zeker mogelijk zijn en in Duitsland en Denemarken zijn ook voorbeelden van 18 kilo bekend bij hoogproductieve veestapels. ‘Dat betekent dus minstens een twintig procent lagere voeropname. Ook de hoeveelheid meetmelk zal uiteindelijk ongeveer tien procent zakken ten opzichte van holsteins, maar wat ertussen zit is dus toename van efficiëntie doordat de kleinere jerseykoe gewoon minder input nodig heeft. Niet voor niets is jersey het snelst groeiende ras ter wereld. Met name in het zuiden van Amerika neemt het aantal jerseys snel toe.’
Vervangingspercentage gedaald naar 13-15 procent
Doordat op het bedrijf van Kool ook een verandering in bedrijfssysteem heeft plaatsgevonden, zijn niet alle cijfers één op één te vergelijken. ‘Door het jerseyras en ook door de inzet van veel vers gras is het krachtvoerverbruik de laatste jaren fors gedaald. Ook heeft de omschakeling naar jersey het vervangingspercentage fors laten afnemen. Inmiddels ligt dat tussen de 13 en 15 procent. ‘De jerseys gedijen prima in onze over het algemeen nog wat gedateerde huisvesting. In vruchtbaarheid en klauwgezondheid scoren ze beter dan holstein, in melkziekte en uiergezondheid doen ze niet voor holstein onder. Ook de fokkerij in het jerseyras heeft niet stil gestaan. Veel nadelen van weleer, ervaren wij hier absoluut niet meer als zwakke punten, al geven wij binnen het management en de voeding ook wel veel aandacht aan de transitieperiode.’
De omzet en aanwas zal door de omschakeling naar jersey wel dalen zo verwacht Kool, al wordt er veel belgisch witblauw ingezet. Alleen op de pinken en enkele van de beste tweede- en derdekalfskoeien komt gesekst sperma van een fokstier. Voor een incidenteel geboren jerseystierkalf heeft Kool afzet zonder dat dit geld kost.
Deense en Amerikaanse jersey gemixt ingezet
Het grote voordeel van het jerseyras is naast de hogere voerefficiëntie ook dat er binnen de fosfaatrechten meer gegroeid kan worden. ‘Binnen de melkplas leveren we meer kilo’s vet en eiwit en is dus het rendement per kilo fosfaat hoger. Doordat het vervangingspercentage daalt, hebben we ook fors minder jongvee wat de efficiëntie ten goede komt.’
Binnen de fokkerij wisselen de broers Kool jerseystieren vanuit Denemarken af met soortgenoten vanuit Amerika. ‘De Deense stieren vererven hogere gehalten en betere gezondheids- en duurzaamheidskenmerken. De Amerikaanse stieren vererven een wat grotere koe die meer melk produceert. Het gemixt gebruiken bevalt ons erg goed en we doen dat aan de hand van het aAa-systeem. Doordat er van jerseystieren iets minder bekend is, moet je wel beter je best doen om stieren goed in de picture te krijgen.’ Vanuit het stierpakket van CRV is naar tevredenheid Connacht ingezet. De dochters die aan de melk zijn bevallen volgens Kool goed. ‘Ze zijn wat ronder met goede uiers.’