Melanie Berendsen gaat voor lage kosten, ook bij de stierkeus

Veehoudster Melanie tussen haar mrij-veestapel
Veehoudster Melanie tussen haar mrij-veestapel

Melken tegen lage kosten, dat is het doel op het melkveebedrijf van Melanie Berendsen in Groenlo. De tachtig mrij-koeien moeten zichzelf bewijzen, vindt Melanie. ‘Zo veel mogelijk weiden is bij ons de basis. Het rantsoen is simpel en als ze het er niet goed op doen, selecteren ze zich uit.’ Ook de stierkeus is simpel. ‘We gebruiken nagenoeg alleen maar jonge mrij-stieren.’

Melkveehoudster Melanie Berendsen: ‘De jongste generatie stieren bestaat uit genetisch gezien de beste stieren, die zorgen voor de snelste vooruitgang’

Rendabele stierkeuze

Het is een fokkerijstrategie die Melanie al jaren volgt. Dat betekende in het verleden kiezen voor mrij-proefstieren. Dat waren de stieren met standaard code 103, die ze doorbelde bij een tochtige koe via de CRV-ki-telefoonlijn. ‘De jongste generatie stieren bestaat uit genetisch gezien de beste stieren, die zorgen voor de snelste vooruitgang’, zo redeneert de melkveehoudster.

De mrij-stieren in het prijsvriendelijke segment zijn momenteel de dochtergeteste stieren, zoals Soreno en Bertus. Van Soreno melkt Melanie al koeien uit zijn proefperiode. ‘Die passen heel goed bij onze manier van boeren, dus ik gebruik hem graag weer.’ Ook de stier Moment staat op het lijstje. ‘Hij is ook nog eens mooi rood. Dat is overigens geen vereiste’, voegt ze er snel aan toe. ‘Maar als ik kan kiezen, heb ik wel een lichte voorkeur voor rood. Dat vind ik gewoon mooi.’

Een uitzondering op deze economische keuze is Mirakel P. ‘Die zetten we in als pinkenstier.’ Mirakel heeft de P achter zijn naam, wat betekent dat hij 50 procent hoornloze kalveren geeft. ‘Maar die P is voor ons geen reden om deze stier te kiezen. Het is mooi meegenomen, want het is heel handig dat je die kalveren niet hoeft te onthoornen. Maar eerlijk gezegd ben ik niet zo met de stierenkeus bezig.’

‘De tachtig mrij-koeien moeten zichzelf bewijzen, vindt Melanie. ‘Zo veel mogelijk weiden is bij ons de basis.’
‘De tachtig mrij-koeien moeten zichzelf bewijzen, vindt Melanie. ‘Zo veel mogelijk weiden is bij ons de basis.’

Minimaal 3,80 procent eiwit

De verbetering van de veestapel zit volgens Melanie namelijk niet direct in de stierkeus, maar wel in de stevige selectie van de koeien waarvan ze kalveren aanhouden. ‘Voor vervanging kiezen we koeien uit die 3,80 procent of hoger eiwit geven en een lactatiewaarde van 100 of hoger hebben. Daar houden we de vaarskalveren van aan.’

De mrij-koeien zijn de afgelopen 25 jaar wel veranderd van uiterlijk, signaleert de melkveehoudster. ‘Ze zijn wel wat verholsteiniseerd, ook al hebben ze 100 procent mrij-bloed’, beschrijft ze. ‘Dat is niet erg hoor, de melkproductie is licht gestegen en het eiwit is ook verbeterd.’

Sinds anderhalf jaar melkt de veehoudster met robots. ‘Nee, onze stierenkeus is niet anders geworden. De productie van de koeien is wat gestegen, de gehalten zijn wat lager, maar de kilo’s vet en eiwit zijn gelijk gebleven en de uiergezondheid is prima. Eigenlijk niets meer aan doen dus.’