Jeroen Sturkenboom: ‘Fast Lane fokt uniform en allround’

De vier volle zusjes hebben alles te maken met een van de spoelingen die is uitgevoerd met de foktechnisch interessante Jantinafamilie. Jeroen Sturkenboom, die samen met zijn broer André 260 koeien melkt in het Utrechtse Schalkwijk, is min of meer per toeval in de fokkerij gerold. ‘Fokkerij had altijd onze interesse en regionaal deden we ook wel eens met een keuring mee, maar we hadden geen stiermoeders op stal. Tot we na uitbreiding van de stal vee aankochten. Daar was een Goldfarmpink bij die we hebben geïnsemineerd met Danno. Op deze dracht schreef CRV met de vraag om haarmonsters te nemen’, vertelt Sturkenboom.

De uitslag van de merkertest van de Dannodochter, Jeans Jantina 276, was zo hoog dat CRV een eerste spoeling met haar uitvoerde. Vervolgens is deze familie door diverse spoelingen verder uitgegroeid en kwam er in steeds meer familieleden interesse. Inmiddels telt het koppel nu, tien jaar later, van klein tot groot 150 Jantina’s.

Uit de Dannodochter volgde onder andere een excellente Rangerdochter, die op haar beurt weer de met EX90 punten ingeschreven Jeans Jantina 292 voortbracht. Deze Martindochter is de moeder van de al beschikbare jonge stier Jeans Rennes. En ze is ook de moeder van de vier Fast Lanedochters.

‘De combinatie voor de spoeling met Fast Lane heb ikzelf gemaakt. Het was een van de actuele, hogere jonge stieren van dat moment met een heel allround verervingspatroon’, vertelt Jeroen. ‘Toen Fast Lane door de nieuwe single-step-rekenmethode van fokwaarden flink zakte, baalde ik even flink. Want dan doe je door een andere berekening opeens foktechnisch niet meer mee. Maar inmiddels ben ik erg blij met de vaarzen die we melken. Hij heeft gebracht wat ik ervan verwachtte en hopelijk trekken de fokwaarden met meer dochters weer verder bij.’

De dochters van Fast Lane zijn volgens Jeroen heel correcte, jeugdige dieren met mooie, open melkframes. ‘Uiers en benen zijn rondom goed. In productie zit iets variatie, maar gemiddeld zitten ze zo rond de 100 lactatiewaarde. En – heel belangrijk – de Fast Lane’s zijn attente beesten die goed op de robot lopen en de dieren die ik heb geïnsemineerd, zijn ook alweer direct drachtig. Mogelijk zijn deze volle zusjes niet helemaal representatief voor het niveau van Fast Lane. Maar de moeder van deze zusjes is met meer stieren gespoeld en dan zijn de Fast Lanedochters wel duidelijk het meest uniform.’ De met 88 punten ingeschreven Fast Lanedochter is inmiddels ook alweer stiermoeder.

Vanwege de foktechnische activiteiten met een deel van de veestapel gebruikt Jeroen op dit moment niet snel een stier opnieuw. ‘Maar Fast Lane zal daar wel voor in aanmerking komen op basis van de dochters die we ervan melken. Het hangt er een beetje vanaf wat de fokwaarden gaan doen met meer dochters. Als hij iets stijgt in melk, zie ik eigenlijk geen reden om hem niet opnieuw te gebruiken.’