Gert-Jan Nijhoff: ‘Jerseys passen perfect bij de vele bezoekers op de boerderij’

Stadsboerderij ’t Nije Hoff is in augustus 2022 gestart met melken. Het bedrijf is opgezet door de broers Gert-Jan en Rick Nijhoff, met hulp van de rest van de familie. Naast het melkvee omvat het bedrijf ook een theehuis en horecatak. In totaal werkt er een team van vijftien mensen binnen het bedrijf. ‘Onze ouders hebben tot 20 jaar geleden naast akkerbouw ook koeien gemolken. Toen ze met de koeien stopten, waren wij nog te jong om daar mee verder te gaan, maar later bleken we er beide wel interesse in te hebben. In 2014 zijn we daarom begonnen met het maken van plannen om opnieuw te gaan melken.’

Als ‘nieuwe melkers’ zat een grootschalige start er niet in, dus zochten de broers naar aanknopingspunten om toch een rendabel bedrijf te kunnen starten. Samen met onder andere de provincie en gemeente werd er gewerkt aan een plan voor een melkveebedrijf aan de rand van Emmen. ‘De meeste melkveebedrijven gaan bij de mensen, bossen en het wegennet vandaan, wij hebben dat juist opgezocht.’ Het huidige bedrijf ligt op vijf minuten lopen, deels door het bos, van twee grote woonwijken van Emmen.

De start als ‘nieuwe melkers’ heeft nadrukkelijk bijgedragen aan de keuze voor het jerseyras. ‘Voor jerseys heb je minder fosfaatrechten nodig. Ze zijn efficiënter en vreten minder. Ook hopen we binnenkort te gaan starten met kaas maken, daar passen de hoge gehalten van het jerseyras heel goed bij. Voor een kilo kaas heb je daardoor liters melk nodig.’

Augustus 2022 zijn de broers Nijhoff begonnen met melken na de aankoop van dertig drachtige Nederlandse jerseyvaarzen. Later volgde er nog twintig afgekalfde vaarzen van het Deense fokbedrijf Adelgaard. Van deze circa vijftig vaarzen hebben de eersten net voor de tweede keer gekalfd. ‘Het eerste jaar zijn de jerseys goed bevallen. Ze lopen heel goed op de robot, het melken gaat prima en we hebben gelukkig weinig problemen gehad. De gemiddelde dagproductie ligt rond de 19 kilo melk met 6 procent vet en 4,30 procent eiwit. Op basis van de eerste tweedekalfsdieren hebben we wel goede hoop op een gemiddelde dagproductie van rond de 25 kilo melk.’

De melkveehouders hebben gekozen voor een melkrobot en ook dat heeft te maken met de vele bezoekers op het bedrijf. ‘We willen burgers echt kennis laten maken met de moderne melkveehouderij. Daar past ook robotisering bij. Er wordt wel eens gezegd dat boven Zwolle alleen maar boeren wonen, maar 90 procent van de bezoekers hier heeft nog nooit een melkrobot zien werken’, vertelt Gert-Jan lachend. ‘En de jersey functioneert als nieuwsgierige koe perfect op de robot.’

De kale maatvoering van de stal is dusdanig ruim aangehouden dat eventueel overgestapt zou kunnen worden naar holstein voor het geval het jerseyras niet zou bevallen. ‘Maar dat is absoluut niet aan de orde. Deze koe past perfect op ons bedrijf’, klinkt Gert-Jan vastbesloten. Ook in de stalinrichting is rekening gehouden met de vele bezoekers. Zo is er gekozen voor flexibele boxen en een dik koematras voorzien van een laag zaagsel. ‘We hebben bijvoorbeeld bewust niet voor gescheidde mest gekozen. Dat is richting bezoekers toch lastiger uitleggen. Nu laten we het matras zien waar bezoekers ook de knietest op kunnen doen.’

De aangekochte drachtige jerseyvaarzen hebben allemaal gekalfd van gesekst sperma. Richting de tweede lactatie hebben de broers het ondereind door CRV laten insemineren met Belgisch witblauw. De eerste drie kalveren zijn recent geboren. ‘Dat ging vrij gemakkelijk en het zijn mooie kalveren. Wat de gemiddelde waarde van de kruislingskalveren is, weten we nog niet, want we hebben er nog geen afgeleverd.’

Op de betere dieren is opnieuw gesekst sperma gebruikt. Van CRV worden de Amerikaanse stieren Orbicularis en Federer P en de Nieuw-Zeelandse stier Nucleus gebruikt. De combinaties worden gemaakt door CRV-fokkerijadviseur René Buiter door middel van ‘Fokkerijadvies achter de koe’.

De paar stierkalveren die afgelopen jaar ondanks het gesekste sperma toch zijn geboren, hebben de melkveehouders aangehouden. ‘Die lopen nu in het natuurgebied en het idee is om het vlees straks op de kaart te zetten in de eigen horeca in de vorm van lekkere hamburgers of een gehaktbal. Ook met de melkkoeien die aan het einde van hun productieve leven zijn, willen we dat gaan doen. Zo proberen we het minder sterke punt van het jerseyras toch op te vangen.’

Het komende jaar zal in het teken komen te staan van het opstarten van de eigen kaasmakerij. ‘Dan kunnen we hier het hele plaatje van grasspriet tot kaas laten zien. Dat is ons doel.’