‘Vorig jaar stonden we al vijfde in de rangschikking. En dit jaar was de levensproductie van de afgevoerde koeien hoger, wisten we. Maar dat we nu de hoogste van Nederland zijn is toch een mooie verrassing’, reageert John Diepman vanaf de trekker.
Familie Diepman zonder kunst- en vliegwerk naar hoogste levensproductie bij afvoer
De maatschap John, Esther en Jesse Diepman uit Dalfsen realiseerde in het afgelopen boekjaar een topprestatie. De 18 koeien die ze afvoerden waren gemiddeld 9 jaar en een maand oud en hadden een levensproductie gerealiseerd van 88.737 kg melk met 4,03% vet en 3,44% eiwit, resulterend in een gemiddelde dagproductie van 37,6 kg melk en in totaal 6.630 kg vet en eiwit. Hiermee zijn ze dit jaar de nummer één van Nederland.
Weinig ruimte voor zorgkoeien
De familie Diepman melkt een 100-tal koeien met robots. ‘De hoogste levensproductie halen is voor ons geen doel op zich. Maar we doen wel ons best om alles zo goed mogelijk te doen. Als de koeien veel melk geven en lang blijven lopen dan is een hoge levensproductie vanzelf het resultaat’, stelt de veehouder nuchter vast. Tot nu toe haalden 27 koeien van het bedrijf een levensproductie van meer dan 100.000 kg melk waarvan er 3 ook tien ton vet en eiwit produceerden. Vijf honderdtonners en een tientonner zijn nog aanwezig.
‘Koeien moeten het hier zonder kunst- en vliegwerk doen en zich vlot in de koppel kunnen redden’, vindt Diepman. ‘We hebben een strohok van 5 bij 5 meter en dat gebruiken we ook als afkalfhok. Veel ruimte voor zorgkoeien is er dus niet. Ik zie koeien het liefst gewoon in de koppel.’
Merkerfokwaarden en SAP
Fokkerij levert volgens de veehouder een belangrijke bijdrage aan de hoge levensproductie van zijn veestapel. ‘We hebben koeien nodig met een goede genetische aanleg voor productie en gezondheid maar ze moeten ook in balans en laatrijp zijn. Een vaars mag rustig opstarten. Als ze gezond is en goed in elkaar zit, komt een hoge productie op latere leeftijd vanzelf’, spreekt hij uit ervaring.
Fokkerijspecialist Jan van der Poel van CRV denkt met de veehouders mee over het fokbeleid. Zo laten ze van alle vaarskalveren een merkerfokwaarde bepalen. Niet om te gebruiken als selectiemiddel, wel om de ontwikkeling van de genetische aanleg te monitoren en betere paringen te kunnen maken. Deze paringen worden gemaakt met het StierAdviesProgramma (SAP) dat ook rekent met de merkerfokwaarden.
Paringen met SAP en aAa
‘Bij de stierkeuze geven we niet toe op gezondheidskenmerken als uiergezondheid en klauwgezondheid. Daarbij letten we de laatste jaren meer op de percentages vet en eiwit. Stieren met een negatieve gehaltevererving gebruiken we niet meer’, vertelt Diepman. ‘Paringen laten we maken door het StierAdviesProgramma waarbij we ook aAa-codes meenemen’, legt hij uit. ‘Hiermee werken we al 15 jaar en het heeft ons robuuste koeien opgeleverd die tegen een stootje kunnen.’
Stieren die het op het bedrijf van de familie Diepman goed gedaan hebben en koeien leverden die op latere leeftijd steeds beter werden, zijn onder andere Delta Atlantic, Delta Jacobus en -meer recent- Delta Abundant P Rf. Nu staan onder andere Delta Perfect, Delta Eloy Rf en Delta Nobrainer op het inseminatielijstje.
Vervanging gemiddeld 15 procent
Doordat het lukt de koeien ouder te laten worden, is de jongveebezetting stap voor stap verlaagd naar 30 stuks op 100 melkkoeien. ‘Afgelopen jaar was de vervanging 18 procent maar de laatste jaren komen we gemiddeld uit op 15 procent. Met 15 vaarskalveren per jaar hebben we dus genoeg’, legt de veehouder uit. Deze 15 kalveren komen uit de pinken en koeien met de hoogste genoomfokwaarden. De vijf hoogste pinken worden geïnsemineerd met SiryX-sperma en het ondereind van de koeien met Belgisch witblauw stieren voor de gebruikskruising.
‘Daar moet je heel consequent in zijn’, stelt Diepman. ‘Als je dat niet doet heb je zo te veel jongvee. Maar moeilijk is het soms wel’, bekent hij lachend. ‘Dan heb je een oudere koe met een hoge levensproductie… Moet je haar laten insemineren met een blauwe…..’