In het strohok voor in de stal voelt Coba 447 zich eigenlijk helemaal niet thuis. Maar met het oog op het aangekondigde bezoek hebben haar eigenaren Wim (75) en Theo (37) van Dinther uit Oss de Ewalddochter even afgezonderd. ‘Het liefst loopt ze gewoon in het koppel. Aan het halster hoef je haar sowieso niet te pakken, want ze loopt zeker geen meter’, vertelt Wim van Dinther met een glimlach. ‘En bij het schoonmaken van de boxen hoef je niet te proberen haar uit de box te jagen. Ze heeft een eigen wil, maar misschien haalt ze wel daardoor zulke prestaties.’ Coba 447 maakt in Oss deel uit van een 120-koppige mrij-veestapel. Vader en zoon Van Dinther zijn overtuigd mrij-fokkers en verkopen jaarlijks zo’n 30 dekstieren aan collega-melkveehouders.
‘Coba 447 is onze koe van de toekomst’
Van onopvallend naar opvallend. De prestaties van Coba 447 vallen binnen het mrij-koppel van Wim en Theo van Dinther in Oss steeds meer op. Met progressie in productie en exterieur is ze inmiddels de stalfavoriet. ‘Ze heeft zo’n dun velletje, daar kan geen holstein tegenop.’
Vijftig liter op de top
Hangend over het voerhek hoeven de mrij-fokkers niet lang te zoeken naar superlatieven over hun stalfavoriet. ‘Ze produceert zo makkelijk. Op de top van de lactatie geeft ze bijna 50 liter en is ze ook snel weer drachtig. Wij zijn helemaal geen voorstander van 11.000 kilo melk in een lactatie en vinden 8.000 kilo melk met goede gehalten prima. Maar deze koe doet het zo gemakkelijk, ze blijft gezond en in conditie. Dan kan je er niet tegen zijn’, vertelt Theo van Dinther. Vader Wim vult aan: ‘En ze heeft zo’n dun velletje, daar kan geen holstein tegenop.’ De veehouders kunnen zich Coba 447 nog goed herinneren als kalf. ‘Als je langs liep, stond ze altijd te vreten. Je zag toen al dat zij het wel zou redden.’ Als vaars werd Coba ingeschreven met 86 punten voor algemeen voorkomen en 84 punten voor uier.
Ze viel niet op in het koppel, al was haar vaarzenlijst met bijna 8000 kg melk en 3,69% eiwit wel bovengemiddeld met 115 lactatiewaarde. ‘Eigenlijk kwam ze pas meer in beeld toen ze vier keer had gekalfd. Ze steeg door in productie en was probleemloos. Ze heeft nooit celgetalverhoging gehad en deze lactatie zijn de celgetalwaardes bij alle zes monsternames 20.000 of lager. En de klauwen zijn zo hard, daar schrappen we bij de bekapronde alleen een keer overheen.’ Deze prestaties van Coba vielen ook op bij ki-organisaties. Coba kwam ook onder contract te staan van de Duitse ki-organisatie RSH. Uit de contractdracht werd Thorzoon Meervelder Thorwald geboren, maar toen deze inmiddels een jaar oud was besloot RSH hem toch niet op te halen. Dit bood CRV de kans de stier alsnog te kopen en inmiddels had Coba 447 alweer een lijst afgesloten met meer dan 10.000 liter. Thorwald is nu ingezet en vader en zoon Van Dinther gebruiken hem zelf ook veelvuldig als het past.
Vanaf veemarkt in Den Bosch
Ook het begin van de Cobafamilie op het bedrijf kan Wim zich nog wel herinneren. ‘We hebben de Coba’s al sinds 1955. Het is begonnen met Coba 4, die mijn vader op de veemarkt in Den Bosch heeft gekocht.’ Deze stammoeder kalfde in totaal 13 keer en bracht twee vaarskalveren: Coba 5 en Coba 6. Die staan op hun beurt aan de basis van wat nu 60 procent van de veestapel is. Inmiddels is de Cobastam al aangekomen bij volgnummer 590. Familie Van Dinther bouwde de mrij-familie zorgvuldig op. De grootmoeder van Coba 447 was een melkrijke koe, die bewust werd gecombineerd met Baltimore voor meer gehalten. Ewald, de vader van Coba 447, kende Wim van Dinther van zijn functie binnen de foktechnische commissie van CRV. ‘Coba 447 heeft veel weg van de moeder van Ewald, Annie 80, een Guidodochter van Nijzink uit Wierden. Dat was ook zo’n massale framekoe met veel ruimte.’ Theo vult aan: ‘Ewald hebben we achteraf te weinig gebruikt, maar we hebben er nu nog wat drachten van.’
13 cent omzet en aanwas
Na vijf kalvingen is Coba 447 uitgegroeid tot een fraaie framekoe met een goed kruis, een lange uierbodem en erg goede benen. Bijna twee jaar geleden kreeg ze 89 punten voor haar exterieur en binnenkort mogen de inspecteurs haar nogmaals bekijken voor de excellentstatus. Heeft Coba 447 niet te weinig bespiering voor de echte mrij-liefhebber? ‘Nee’, klinkt Wim resoluut. ‘Bespiering is mooi en nuttig om erbij te hebben, maar het moet niet overheersen. Deze koe heeft een mooie bespiering om probleemloos veel te kunnen produceren. En aan het einde van de lactatie groeit ze altijd nog weer iets.’ Ook Theo is enthousiast. ‘Deze koe is onze koe van de toekomst. Het is een moderne mrij-koe, die past bij de weg die ze in Den Haag inslaan. Mrij deed het in de boekhoudrapporten altijd al goed, maar doordat de bemesting krapper wordt, lopen ook de voederwaarden ieder jaar terug’, stelt Theo. ‘Mrij-koeien kunnen daar beter mee omgaan dan holsteins. En daarna houd je met zo’n koe ook nog een mooie restwaarde. Met een omzet en aanwas van 13 cent per kilo melk willen wij wel een stal vol met koeien zoals Coba 447.’ ‘Maar,’ zo reageert Wim direct met gevoel voor humor, ‘dan doe je zelf de boxen maar.’