MPR helpt John van Kasteren ketose onder controle houden

MPR helpt John van Kasteren ketose onder controle houden
Foto Ivo Hutten / Limagrain NL

John van Kasteren uit het dorpje Lennisheuvel (bij Boxtel) is ervan overtuigd dat een gezonde hoogproductieve veestapel voor zijn bedrijf het meeste rendement oplevert. De veehouder bewerkt ongeveer 100 hectare land en verzorgt 185 melkkoeien en 100 stuks jongvee. Mais is het belangrijkste voedergewas en daarnaast teelt hij ook akkerbouwgewassen zoals suikerbieten en cichorei. Ook verhuurt hij grond verhuurd voor de teelt van uien.

Continu vinger aan de pols

De melkkoeien op het familiebedrijf tekenen voor een rollend jaargemiddelde in de mpr van 12.300 kg melk met 4,12% vet en 3,67% eiwit. ‘Koeien moeten gezond zijn om deze productie te realiseren. En om de koeien gezond te houden moeten alle details in de bedrijfsvoering kloppen’, stelt de veehouder. Daarom is het volgens hem belangrijk om continu de vinger aan de pols te houden. ‘Dan kun je ingrijpen en bijsturen voordat het fout gaat’, legt hij uit.

Droge koeien en koeien in de eerste weken van de lactatie hebben de volle aandacht van de veehouder. ‘In de droogstand wordt de basis gelegd voor de opstart van de nieuwe lactatie. En met wat extra zorg voor de verse koeien voorkom je problemen in de rest van de lactatie’, verklaart hij. Zo is Van Kasteren scherp op de energievoorziening na afkalven om te voorkomen dat koeien te diep in een negatieve energiebalans raken. Iedere twee weken komt de dierenarts op het bedrijf en worden alle verse koeien gecheckt, onder andere op de aanwezigheid van ketonen in de urine.

Basis voor gezonde veestapel

Van Kasteren is deelnemer aan de melkproductieregistratie (mpr) en ook dat geeft hem nuttige informatie over de energiehuishouding van zijn verse koeien. ‘In de mpr-uitslag zie ik of de productie in de eerste zestig dagen volgens verwachting is’, legt hij uit. Daarbij geeft MPR Voeding hem inzicht in individuele koeien met ketose. ‘Als een koe op de mpr-uitslag een attentie heeft voor ketose neem ik direct maatregelen’, vertelt de veehouder. Overigens blijken de ketose-attenties uit de mpr-uitslag een op een overeen te stemmen met de urinemetingen door de dierenarts.

Om de voerkosten te drukken werkt Van Kasteren aan het optimaliseren van het basisrantsoen maar nu krijgen de verse tweedekalfs- en oudere koeien nog de eerste weken van de lactatie in de melkrobot een extra energie-aanvulling in de vorm van 200 gram pensbestendige glucose. ‘Als uit de mpr-uitslag of bij controle door de dierenarts blijkt dat een koe klinisch of subklinisch ketose heeft, dan verhogen we de dosering. En we bouwen pas weer af als we meten dat ze uit de negatieve energiebalans is’, vertelt Van Kasteren. ‘Zo helpen we de verse koeien de eerste weken van de lactatie goed door te komen en leggen we de basis voor een gezonde veestapel met een goede vruchtbaarheid en een hoge melkproductie.’

MPR geeft direct inzicht in ketose

Koeien met ketose (slepende melkziekte) breken lichaamsvet af en hierbij worden ketonen, zoals aceton en bèta-hydroxyboterzuur, gevormd. Deze stoffen komen ook in de melk terecht en kunnen zo bij de melkcontrole worden aangetoond. Daarnaast geeft de productie van verse koeien inzicht in hun gezondheid. Een sterke daling van de melkgift en een extreem laag eiwitgehalte in combinatie met een hoog vetgehalte kunnen duiden op ketose. Veehouders die deelnemen aan de MPR krijgen door de meting van ketonen direct inzicht in de aanwezigheid van ketose, ook als deze subklinisch, dat wil zeggen: niet zichtbaar, is. Van verdachte koeien krijgt de veehouder een attentie. Het overzicht MPR Voeding geeft inzicht in de ketose-status van de koppel.

Ketose veroorzaakt ook indirect veel schade

Ketose -ook slepende melkziekte genoemd- is een van de meest voorkomende stofwisselingsziekten bij melkvee in de eerste maanden van de lactatie. Ketose ontstaat als hoogproductieve koeien minder energie opnemen dan nodig is voor de melkproductie. Om dit energietekort op te vangen gaan de dieren vetreserves verbranden waardoor ze snel conditie verliezen. Bij de verbranding van lichaamsvet worden ketonen zoals bèta-hydroxyboterzuur en aceton gevormd. Deze stoffen maken koeien sloom en zorgen voor een verminderde eetlust. De symptomen van ketose zijn niet altijd duidelijk zichtbaar. In dat geval spreken we van subklinische ketose. Slepende melkziekte kan worden behandeld door het toedienen van extra energie.

Koeien met ketose produceren minder melk met een lager eiwitgehalte maar veel groter nog is de indirecte economische schade. Dieren die klinische of subklinische slepende melkziekte hebben gehad zijn meer vatbaar voor andere problemen met de gezondheid of vruchtbaarheid. Zo blijkt uit diverse onderzoeken dat ze een drie tot acht keer grotere kans hebben op een lebmaagverplaatsing, een drie keer grotere kans op baarmoederontsteking en een zes keer grotere kans op cystes op de eierstokken. Al deze gevolgen leiden ertoe dat koeien die ketose hebben gehad, een anderhalf tot twee keer grotere kans hebben om te worden afgevoerd dan koeien die de start van de lactatie zonder extreme energietekorten doorkomen.